1. Het PGB heeft een wettelijke basis in de Wlz
Binnen de Wlz is ook een Persoonsgebonden Budget (PGB) mogelijk. Het PGB heeft een wettelijke basis in de Wlz. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) is verantwoordelijk voor het uitkeren van het PGB.
2. Cliënten die onder de Wlz vallen hoeven niet in een instelling te wonen
Cliënten die zorg uit de Wlz ontvangen, kunnen deze zorg onder voorwaarden ook thuis ontvangen. Bijvoorbeeld door een Volledig Pakket Thuis (VPT), Modulair Pakket Thuis (MPT) of Persoonsgebonden Budget (PGB).
3. Cliënten kunnen niet gedwongen worden een instelling te verlaten
Voor alle cliënten die nu in een instelling wonen geldt dat zij hier mogen blijven wonen. Zij kunnen niet gedwongen worden om weer zelfstandig te wonen en houden hun recht op een plaats in een instelling.
4. Niet alle dagbesteding gaat naar de gemeenten
Cliënten met een zorgzwaartepakket (zzp) met daarin ook dagbesteding vallen onder de Wlz, ongeacht waar zij wonen. Deze dagbesteding valt dus niet onder gemeenten.
5. Ook mensen met langdurige psychische problemen kunnen een beroep doen op de Wlz
De Wlz is er ook voor bepaalde cliënten met GGZ-problemen. Cliënten met een GGZ C-indicatie vallen per 1 januari 2015 onder de Wmo 2015.
6. De indeling in ZZP’s is van belang voor mensen die nu al een ZZP hebben
De indeling in zorgzwaartepakketten (laag ZZP en hoog ZZP) is van belang in het overgangsrecht, dus voor mensen die nu al een ZZP hebben. Het gaat hierbij om het ZZP dat geïndiceerd is. Mensen met een laag ZZP (zie hieronder) die thuis willen (blijven wonen), gaan op het moment dat hun indicatie afloopt over naar de gemeenten (Wmo 2015) en/of de zorgverzekeringswet.
Welke ZZP’s zijn laag? Ouderenzorg: ZZP VV 1, 2 en 3. Gehandicaptenzorg: ZZP VG 1 en 2, ZZP LG 1 en 3, ZZP ZGAUD 1, ZZP ZGVIS 1
Meer weten?