De aanpak
De Graaf: ‘Onze aanpak was landelijk en regionaal. Aan de ene kant benaderden we het virus als een landelijke pandemie met het ministerie als gesprekspartner. In Friesland zelf was de dynamiek tegelijkertijd anders. We hadden en hebben als veiligheidsregio goed contact met het lokaal bestuur. Supermooi. Elke burgemeester zit dicht op de lokale cultuur. Onze inzet was het managen van de communicatie en van de onrust. De spanning er af halen. In het begin van de crisis was er elke dag contact met alle burgemeesters. Later werd dat elke week. En nu is de frequentie nog lager. Je beweegt mee. Het ging in de coronatijd om zoveel meer dan het terugdringen van besmettingen. Dat extra was medebepalend voor onze aanpak. Neem de bezoekregeling. Mensen stonden vanaf een veldje te zwaaien. Alles leek onder controle, maar normaal was het natuurlijk niet.’
Corona gaat ook om eenzaamheid, angst en misverstanden. Daar moet je evenzeer oog voor hebben.
‘Onze rol als GGD was uitleggen waarom de maatregelen van het RIVM belangrijk zijn om na te leven. We werken als GGD aan een bréde publieke gezondheid. Contactmogelijkheden zijn op dit moment anders dan voor de pandemie. Wij zien een rol voor ons weggelegd om duidelijk te maken waarom het zo belangrijk is je contact aan te passen aan de wereld van nu, maar ook om oog te hebben voor de héle mens. Gezondheid is meer dan alleen infectieziektebestrijding. In de spanning van het moment lijkt de aanpak van corona vooral een medisch-technisch verhaal. Besmettingen indammen, zorgen voor beschermend materiaal, testen. Dat kan een valkuil zijn, want juist corona gaat ook om het welzijn van mensen. Eenzaamheid, angst, misverstanden. Ik vind dat je daar evenzeer oog voor moet hebben.’
De impact
De Graaf: ‘De impact van het virus werkt lang door. De werkers in de zorg zijn moe. Bij GGD Fryslân noemen we de eerste fase van het virus de sprintfase. Hierna komt de marathonfase die wellicht dit najaar gaat spelen. Op dit moment zitten we in de transitiefase. Iedereen is op adem aan het komen. Het is afkicken van de overmaat aan adrenaline. Ik merk het ook bij mezelf: er zijn nieuwe irritaties. Over afspraken die boven op elkaar gestapeld zijn en slecht voorbereide bijeenkomsten. In de sprintfase deed je over dit soort dingen niet moeilijk. Nu kan het knap irritant zijn.’
De impact van het virus werkt lang door. Zorgmedewerkers zijn nog erg vermoeid.
‘De impact op Friesland was relatief beperkt. Het aantal besmettingen in Friesland is laag gebleven. Het kan ermee te maken hebben dat we in de provincie veel ruimte hebben en niet zo dicht op elkaar wonen. Wat ook een rol gespeeld kan hebben, is dat Friezen over het algemeen niet van carnaval houden en dus Brabant in carnavalstijd gemeden hebben. Aan de andere kant, veel Friezen houden wel van wintersport. Tot op het laatste moment zijn Friezen in Oostenrijk aan het skiën geweest.’
De geleerde lessen
De Graaf: ‘Wat misschien wijs is, is om meer te investeren in warme bedden. Daar zijn we in Nederland niet zo van: geld investeren in reservecapaciteit. Geld is altijd weer het issue in Nederland. We staan er om bekend dat we alles strak organiseren. Daardoor hebben we in Nederland het laagste aantal IC-bedden per 100.000 inwoners en precies genoeg bedden in de ouderenzorg. Maar bij een crisis zoals het coronavirus wreekt die zuinigheid zich. Misschien moeten we wat minder grootgrutters zijn. Extra capaciteit in ouderenbedden is verstandig.’
Ga naar de overzichtspagina over het coronavirus