Naar hoofdinhoud Naar footer

‘Diagnostische technologie van meerwaarde bij onbegrepen gedrag’

Wat is belangrijk in de keuze voor technologie bij de zorg voor mensen met onbegrepen gedrag? Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) voerde daarvoor een verkenning uit, samen met adviseurs van de Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg (IIG). Dit leidde tot veel nieuwe inzichten: ‘Je moet echt oog hebben voor het hoe en het waarom van technologie.’

‘Qua technologie zijn er veel mogelijkheden’, vertelt coördinator bij het CCE Leo van Mil. ‘Dat riep bij ons als CCE vragen op. Zouden wij hier ook niet nog meer mee moeten doen? Maar hoe dan? Als je het inzet, wil je het wel goed toepassen. Het moet echt leiden tot een betere kwaliteit van leven van de cliënt. Een valkuil bij onbegrepen gedrag is dat technologie ingezet kan worden om te beheersen. Daarom is het belangrijk dat het zorgvuldig wordt toegepast. ‘

‘Het doel kennen is belangrijk’

Van Mil: ‘Bij CCE kijken we samen met zorgprofessionals en naasten naar methodieken om de kwaliteit van leven te verbeteren. Als het mogelijk is betrekken we ook de cliënt. Vaak zijn deze methodieken heel specifiek gericht op een doel. Bijvoorbeeld het verlagen van het stressniveau van een cliënt. Of beter zicht krijgen op wat iemand triggert. Dit doel is ook heel belangrijk voor de inzet van technologie.’

‘Brede multidisciplinaire kijk is onmisbaar’

Daarnaast is een vereiste dat je nauwgezet en methodisch te werk gaat. Van Mil: ‘Met technologie kan je bijvoorbeeld een seintje krijgen, als iemands hartslag omhooggaat. Toch moet je deze informatie nog interpreteren. Gaat iemands hartslag omhoog omdat diegene gestrest is? Of hij is juist blij? Voor een goede interpretatie, is het belangrijk dat je breed en vanuit meerdere disciplines kijkt. Dit moet ingebed zijn in alle werkprocessen. Je gaat vanuit een gezamenlijke “manier van kijken” aan het werk. En ook vanuit een gezamenlijk idee over wat er aan de hand kan zijn. Daar hoort steeds het stellen van de goede vragen bij. Zijn er meerdere mensen betrokken bij een probleem? In hoeverre hebben zij dan een gezamenlijk gevoel van richting? Zijn er bijvoorbeeld nog stappen die gezet moeten worden in de duiding van het probleem? Is er voldoende informatie verzameld?’

‘Soms blijven gezondheidsproblemen jarenlang onontdekt’

Het verzamelen van voldoende informatie is heel belangrijk. Zeker ook omdat mensen met onbegrepen gedrag vaak moeite hebben met communiceren. Van Mil: ‘Soms kunnen mensen jarenlange gezondheidsproblemen hebben, zonder dat iemand dat heeft gemerkt. Dan is er echt sprake van onnodig lijden. Dat zou je met een goede diagnostiek kunnen voorkomen. Technologie kan hierbij ondersteunen. Daarnaast kan het helpen bij het in kaart brengen van andere triggers. Professionals geven in consultaties vaak aan dat er geen concrete aanleidingen zijn gevonden voor probleemgedrag. Wij gaan er echter van uit dat er wel altijd een aanleiding is. Techniek kan helpen deze aanleidingen te vinden.’

‘Hoe ingrijpender de technologie, hoe ingewikkelder de infrastructuur’

Van Mil: ‘Verder is een goede infrastructuur bij technologie noodzakelijk. Implementatie van techniek is niet alleen een zaak van de direct betrokken zorgprofessionals. Het management moet de afweging maken of er in technologie geïnvesteerd wordt. Hoe complexer en ingrijpender de technologie, hoe ingewikkelder de infrastructuur. Bij een domoticasysteem in huis moet je daar, bij wijze van, al rekening mee houden bij het bouwen.’ Toch hoeft dit niet in alle gevallen zo te zijn. Van Mil: ‘Soms zijn het juist de simpele interventies die vrij snel en eenvoudig het leven van een cliënt vergemakkelijken.’

‘Bewustzijn over technologie is scherper geworden’

Van Mil: ‘Bij het CCE weten we wat er moet gebeuren wanneer er een verandering doorgevoerd moet worden om zo de ondersteuningsvraag van de cliënt te kunnen realiseren. Bij de inzet van technologie is dat niet anders. Toch is dit bewustzijn veel scherper geworden door de samenwerking in deze rijke verkenning tussen de IIG en CCE. Zo wilden we nog vertrouwder raken met technologie. Daarbij gaat het er vooral om dat je je goed tot technologie verhoudt. De technologie zelf gaat de oplossing niet zijn. Het gaat om de wijze waarop wij met elkaar omgaan in het toepassen van de technologie in het leven van cliënten.’

Mooie aanzet voor vervolgstappen

Van Mil: ‘Door sessies met Vilans-adviseurs en adviseurs van Academy Het Dorp is ons bewustzijn vergroot in kansen die technologie biedt. Zij hebben heel direct in ons werk meegedacht en vanuit eigen perspectief iets toegevoegd. Onze blik is breder geworden. Techniek zal onderdeel blijven en een groter aandeel krijgen in onze gereedschapskist. De samenwerking heeft een mooie aanzet gegeven tot vervolgstappen binnen het CCE. Hierover zijn we nu aan het nadenken. Hoe kunnen we de kansen die technologie kan bieden in het leven van cliënten verder onder de aandacht brengen?’

Met de Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg van het programma Volwaardig leven wil het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het voor cliënten en zorgverleners gemakkelijker maken om technologie toe te passen. Vilans en Academy Het Dorp coördineren het programma en voeren het uit. Daarbij ondersteunen adviseurs, experts en veldspecialisten.