Naar hoofdinhoud Naar footer

‘De ontwikkeling van goede zorg en dwang binnen de Wzd’

Toen op 1 januari 2020 de Wet zorg en dwang (Wzd) met een big bang inging, was de eerste reactie van zorgaanbieders divers. Van afkeer en irritatie, voorbehoud en gereserveerdheid tot startpunt om een leertraject in te zetten. Een leertraject waarvoor iemand die nog relatief onbekend is met deze materie zeker zo’n vijf jaar mag uittrekken. Lees de blog hierover van Jeroen Schumacher, adviseur en coach bij Vilans, dat eerder door Zorgvisie werd gepubliceerd.

Landelijk is de commissie wetsevaluatie klip en klaar: het effect van vijftien jaar polderen en amendementen honoreren, is verwoestend geweest op wat volgens betrokken juristen in den beginne ‘een beauty van een wet’ was. De huidige wet is een typisch voorbeeld van hoe verregaande detaillering de samenhang en het hogere doel – meer leven in vrijheid – aantast, aldus Schumacher op Zorgvisie.nl.

Vierkante wielen Wzd

Het Wzd-stappenplan dat bedoeld was om aan te sluiten op de zorgpraktijk bleek, zo betoogt de commissie, danig in de weg te zitten. Administratieve lasten, statische termijnen en daarbinnen een overkill aan deskundigheid. Die vierkante wielen van de Wzd worden in zowel beleid als praktijk zo langzamerhand ingeruild voor een bij de zorglogica van alledag passende werkwijze. Een voortvloeisel is het voorstel van veldpartijen in ‘Van stappenplan naar maatwerk in dialoog’ (Actiz, 2023) om:

  • te switchen van een statisch naar een cyclisch besluitvormingstraject;
  • een voor het zorgproces gebruikelijke evaluatietermijn van zes maanden te hanteren;
  • maatwerk te bieden bij het afwijken van deze termijn als cliënt, naasten of professionals daar reden toe zien.

Ambitie en elan

Lokaal zijn de leerinspanningen van de praktijk op het thema zorg en dwang ronduit indrukwekkend. Er is een almaar stijgend bewustzijn op het vermijden van beperkende maatregelen. Geen flauwe discussies over bedhekken, maar volop ambitie en elan om beter te worden in goede zorg en dienstverlening in complexe situaties tegen de achtergrond van de wet. Niemand die nog rept over de Bopz, de blik is naar voren gericht.

Onheilsprofeet of uitvinder?

In het mooie essay van Maarten Boudry ‘Waarom ons klimaat niet naar de knoppen gaat’ (2021) maakt de auteur onderscheid tussen de doemverhalen van onheilsprofeten en de inventiviteit van praktische oplossers, de uitvinders. Bij de discussies over de Wzd vind je beide.

De context waarbinnen goede zorg in combinatie met de Wzd geboden wordt, is een spannende. Met als uitschieters kwaliteit én kwantiteit van personeel binnen een demografie die de verhouding werkenden-niet werkenden op z’n kop zet. Dit zijn serieuze uitdagingen en je snapt het tromgeroffel van de kant van de onheilsprofeten. Aan de andere kant zie je op het gebied van zorg en dwang de tendens dat het werkveld een wending maakt. De aandacht verschuift van het moeten anticiperen op houterige spelregels naar een volwassen beleid en praktijk op basis van eigen overtuiging en ambitie. We schuiven op van redelijk onbewust en onbekwaam naar een competente praktijk, met zelfbewustzijn op het gebied van zorg en dwang. Dit in het volle besef dat op weg naar meer vrijheid ‘dwang’ ook goede zorg kan zijn. Meer vrijheid is geen absoluut streven, vrijheid zonder begrenzing is doodeng.

De aandacht verschuift van het moeten anticiperen op houterige spelregels naar een volwassen beleid.

Ruimte creëren voor vernieuwers

Het werkveld beseft dat er nog een wereld te winnen valt waar het gaat om afbouw van beperkende maatregelen en betere besluitvorming in de driehoek cliënt-naasten-professional. Dit besef op tal van plekken is een teken van dat nieuwe zelfbewustzijn op het thema zorg en dwang. Het maakt ruimte voor de vernieuwers in de frontlinie: de collega’s die het verschil maken op het moment van de waarheid, in de praktijk van alledag.

Veiligheid versus vrijheid

Spannend blijft het op de lijn veiligheid versus vrijheid. De Wzd raakt aan alles: visie en beleid, teamwork en interdisciplinaire samenwerking, maatwerk in dialoog in de driehoek cliënt-naasten-professionals, expertise op dementie- en gehandicaptenzorg, echt aan alles. Aan management en bestuur de taak om in de roerige context van deze tijd de risico’s voor goede zorg en dwang niet om te laten slaan in de doemverhalen van de onheilsprofeet. Aan hen om speelruimte te creëren voor de praktische uitvinders met en rond de cliënt.