Naar hoofdinhoud Naar footer

Doelgericht beleid blijft nodig om participatie van mensen met een beperking te verbeteren

Mensen met een beperking nemen minder deel aan de Nederlandse samenleving dan mensen zonder beperking. Veranderingen in hun participatie verliepen in de afgelopen jaren veelal traag. In 2020 en 2021 daalde de maatschappelijke participatie van grote delen van de Nederlandse bevolking. Dit was ook het geval onder mensen met een beperking, al deden zij in 2021 op sommige gebieden weer net zoveel mee. Dit blijkt uit twee recente publicaties van het Nivel, waaronder de Nivel Participatiemonitor.

Sinds 2016 geldt in Nederland het VN-verdrag handicap dat als doel heeft de positie van mensen met een beperking te verbeteren. De resultaten van de Nivel Participatiemonitor zijn belangrijk voor de naleving van dit verdrag en laten zien dat ondanks de geleverde inspanningen verbetering in de participatie van mensen met een beperking achterblijft.

In 2020 en 2021 kwamen de kwetsbaarheden in de participatie van mensen met een beperking nog eens extra naar voren. Toch werden er ook kansen gesignaleerd. Zo kunnen onder andere de toename in de mogelijkheden tot hybride werken gunstig zijn voor mensen met een beperking.

Meer aandacht nodig voor participatie van mensen met een verstandelijke beperking

Een zorgwekkende trend van de afgelopen jaren is dat mensen met een verstandelijke beperking vrijwel altijd het laagste niveau hebben van participatie. Zo gaan ze minder uit, doen ze minder aan vrijetijdsbesteding en maken ze minder gebruik van buurtvoorzieningen dan mensen met een lichamelijke beperking en de algemene bevolking. In de jaren 2020 en 2021 werd dit verschil nog groter. Het gebruik van buurtvoorzieningen daalde sterker bij mensen met een verstandelijke beperking dan bij mensen met een lichamelijk beperking en bij de algemene bevolking.

De Nivel Participatiemonitor 2010-2020: toont de percentages van mensen met een lichamelijke beperking en mensen met een verstandelijke beperking die gebruikmaken van buurtvoorzieningen tussen 2010 en 2020, in vergelijking met het gebruik onder de algemene bevolking.

Minder participatie in verenigingsleven door mensen met een verstandelijke beperking in coronatijd

Over de jaren heen doen mensen met een verstandelijke beperking intensief mee in het culturele verenigingsleven, zoals de muziekvereniging of de hobbyclub. Zij zijn daar actiever in dan de algemene bevolking. Ze kunnen hiervoor gebruikmaken van voorzieningen die speciaal zijn georganiseerd voor mensen met een (verstandelijke) beperking. Ondersteuning, zoals begeleiding en vervoer, is daarbij dikwijls essentieel en verdient aandacht.

Arbeidsparticipatie van mensen met een lichamelijke beperking blijft hardnekkig laag

Mensen met een lichamelijke beperking blijven de afgelopen jaren ver achter op de algemene bevolking op het gebied van arbeidsparticipatie. Onder de algemene bevolking hadden twee keer zoveel mensen betaald werk als mensen met een lichamelijke beperking. Niet iedereen vindt het belangrijk om betaald werk te kunnen doen. Voor hen die het wel belangrijk vinden is het verschil in arbeidsparticipatie met de algemene bevolking iets kleiner, maar nog steeds groot. Bijna alle mensen met een lichamelijke beperking die een baan wensen, geven aan ondersteuning nodig te hebben. Hybride werken, waarbij mensen deels vanuit huis werken, biedt mogelijkheden voor mensen met een lichamelijke beperking: als ze minder hoeven te reizen en thuis beter voorzieningen kunnen treffen kan dat hun arbeidsparticipatie vergroten. 

Over het onderzoek 

Het Nivel vraagt jaarlijks aan de 3200 mensen met een lichamelijke beperking, die deel uitmaken van het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten, naar de mate waarin zij participeren. Deze vragen worden ook gesteld aan 300 naasten van mensen met een verstandelijke beperking, die in het Panel Samen Leven zitten en aan deelnemers van het Consumentenpanel Gezondheidszorg, die de algemene bevolking representeren. Eens in de vier jaar wordt hierover een rapport uitgebracht, de uitkomsten worden elk jaar geactualiseerd. De Participatiemonitor wordt gefinancierd door de ministeries van VWS en SZW.

Voor de ‘Rapportage monitoring VN-verdrag handicap: overkoepelende indicatoren’ is dezelfde gegevensverzameling gebruikt, aangevuld met resultaten van het Trimbos-instituut en Patiëntenfederatie Nederland. Dit onderzoek is gedaan in opdracht van het ministerie van VWS.

Downloads

Deel deze pagina via: