Naar hoofdinhoud Naar footer

Terugblik Congres Toekomstagenda Gehandicaptenzorg en -ondersteuning

Op 12 december vond vanuit het Postillion Hotel in Bunnik het Congres Toekomstagenda voor de gehandicaptenzorg plaats. Er waren 371 aanwezigen in de zaal, 182 mensen volgden het congres online. Minister Conny Helder was een van de sprekers: ‘We moeten meer mensen raken met het waarom van dit werk, zodat meer mensen in deze mooie sector willen werken!’

YouTube video thumbnail

Conny Helder: ‘Met Toekomstagenda zetten we in op versnelling van innovatie.’

‘Met de successen van Volwaardig Leven gaan we naar de Toekomstagenda als nieuw kompas’, opende dagvoorzitter Gijs Wanders het congres. ‘We willen jullie vandaag informeren, inspireren en aanmoedigen om kennis te delen. Het programma laat zien hoeveel moois er al in beweging is. In de samenwerking met ervaringsdeskundigen, in de opleidingen voor professionals, maar ook op de werkvloer en in bedrijven.’

Over de grenzen van systemen heen

Michiel Geschiere is sinds 17 oktober directeur langdurige zorg bij het ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Wat hem tot nu toe is opgevallen? ‘De grote betrokkenheid en bevlogenheid in de gehandicaptenzorg. Maar ook de complexiteit waar zorgaanbieders soms mee te maken hebben.’ Daarnaast noemde hij de grote uitdagingen van de toekomst. ‘De grote vraag is hoe we de gehandicaptenzorg kunnen vernieuwen zodat die ook in de toekomst beschikbaar blijft. De Toekomstagenda helpt bij deze uitdaging en gaat over goed aansluiten bij hoe mensen met een beperking willen leven, over de grenzen van de systemen heen.’

Rol Toekomstagenda ervaringsdeskundigen

Ervaringsdeskundige in opleiding Beppie Jansen vertelde over de STERKplaats van de LFB, de belangenvereniging voor en door mensen met een beperking. ‘Ik ben er zoveel krachtiger door geworden. Het is niet alleen een verwerking voor jezelf, van alles wat je door je beperking hebt meegemaakt, maar je nodigt ook anderen uit om erover te praten.’ Ook benadrukte zij de rol van ervaringsdeskundigen bij de Toekomstagenda. ‘We willen graag meedenken en dat onze inbreng serieus genomen wordt.’

Special arts

Rapper Monnik improviseerde onder meer rap met dankbaarheidservaringen van deelnemers uit de zaal. Shirley Vermeer verzorgde het pianospel. Zo rapte Rapper Monnik onder andere: ‘Het mooiste wat me is overkomen, is dat mijn stadfiets nooit is gestolen’, ‘Gijs wordt opa’ en ‘Ik mocht bij de inhuldiging van de Koning zijn’. De artiesten traden op namens Special Arts, een theaterwerkplaats die kunst bevordert onder mensen met een beperking.

Zeggenschap, slimmer werken en efficiency

Minister Conny Helder benadrukte hoe belangrijk het is om verder te komen met de beweging die is ingezet. ‘We moeten uit de staat van pilots komen, naar de fase van verbreding en versnelling. De uitdagingen die op ons afkomen zijn groot. Hoe houd je gekwalificeerd personeel bijvoorbeeld vast? Zo was ik laatst bij een organisatie die maar één vaste kracht in dienst had. Terwijl vast personeel juist bij mensen met een beperking zo belangrijk is. In deze tijd van personeelskrapte moeten we echt zorgen met elkaar dat we voldoende mensen houden. Door zeggenschap, innovatie en het werk slimmer in te delen zodat het ook met minder mensen kan.’

Programma Onbeperkt Meedoen!

Daarnaast benadrukte Conny Helder ook het belang van een concrete vertaalslag van het VN-verdrag naar de praktijk. Ze maakte van de gelegenheid gebruik om bekend te maken dat voormalig minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Guusje ter Horst, bestuurlijk aanjager wordt van het programma ‘Onbeperkt meedoen!’ De bestuurlijk aanjager gaat bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties bij elkaar brengen om concrete afspraken te maken over inclusie.

Buurtcirkel

Projectleider Richard van Vliet van Pameijer vertelde over het project Buurtcirkel dat begon in Rotterdam: ‘Inmiddels hebben we 49 buurtcirkels in Nederland waar 600 mensen aan meedoen. Een buurtcirkel bestaat uit 9 tot 12 buurtbewoners die begeleid worden door een professional en een vrijwilliger. Iedereen is welkom. Het concept is simpel. Wat kom je halen en wat kom je brengen? Doordat buurtbewoners elkaar ondersteunen ontstaat er een proces van leren en ontwikkelen met elkaar en meer verbinding in de wijk.’ Deelnemer Laura Wiltschut vertelde: ‘Ik had straatangst en zette ’s nachts het vuilnis buiten, zodat ik geen mensen in de ogen hoefde te kijken. De coach van Buurtcirkel moedigde me stapje voor stapje aan om ook deel te nemen. Inmiddels heb ik geen straatangst meer en sta ik hier op het podium. Ik kon mijn passie kwijt door Indonesisch te koken voor anderen. Ik begeleid nu een andere vrouw die straatangst heeft en doe samen met haar de boodschappen.’

Trots op je vak

Monique Gering van Koninklijke Visio vertelde over haar werk als ambassadeur: ‘Ik geef een stukje naamsbekendheid aan de gehandicaptenzorg. Aan zorgmedewerkers wil ik meegeven: “Je bent ook ambassadeur voor je vak als je op een feestje bent. Belicht de mooie, kleine dingen en waar we trots op zijn.” Een mooi initiatief is dat onze cliënten studenten laten ervaren hoe het is om visueel beperkt te zijn. Studenten raken meer geïnteresseerd in de gehandicaptenzorg als ze ermee in aanraking komen.’ 

Alleen nog vaste medewerkers bij WonenPlus

Will Linssen is sinds 2018 bestuurder bij WonenPlus: ‘Wij zijn er voor mensen met een beperking en psychiatrische problemen die buiten de boot dreigen te vallen. Sinds 2019 werken wij alleen met vaste medewerkers, omdat onze doelgroep vastigheid nodig heeft. Een aantal ZZP’ers heeft toen besloten om bij ons in dienst te komen.’ Hoe dat is gelukt? ‘Door goed in gesprek te gaan: Wat wil je aan secundaire voorwaarden? Waar heb je behoefte aan en hoe kunnen we dat met elkaar regelen? Protocollen gebruiken we zo min mogelijk. Functioneringsgesprekken hebben we afgeschaft, in plaats daarvan hebben medewerkers in groepsverband intervisie. Aanvankelijk hadden we hogere kosten, maar na twee jaar hielden we geld over. Dit vanwege het efficiënter inregelen van de organisatie.’

Improvisatietalent Willem Gunneman

De dag werd afgesloten door woordkunstenaar Willem Gunneman. Hij stelde vragen aan de deelnemers in de zaal en improviseerde muziek op een stijl naar keuze. Hij werd daarbij op de toetsen begeleid door Menno Meijer. Zo zong hij onder andere voor een kwaliteitsonderzoeker op klassieke muziek: ‘Haar dag begon niet mis. Ze vertrok met verve. Dan ben je op tijd. Om dan gedachten uit te wisselen hier in Bunnik over kwaliteit. Over efficiency, inspraak met elkaar. Alleen dan kom je tot resultaten. Dat is helder. Dat is waar.’

Sessie: De Toekomstagenda en technologie: Wat gaan we doen?

Innovatie-Route

Wat hebben we de afgelopen jaren gedaan op het gebied van zorgtechnologie en innovatie? En wat willen we bereiken met de Toekomstagenda? Daar gingen Tessa Blankestijn, beleidsmedewerker langdurige zorg, en Brigitte Verhage, teamcoördinator Toekomstagenda, van het ministerie van VWS dieper op in. ‘Met de Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg werden 28 organisaties ondersteund bij implementatievraagstukken. Zij werden daarbij begeleid door een implementatie-adviseur. De geleerde lessen zijn gebundeld in de Innovatie-Route. Deze beschrijft stapsgewijs hoe je zorgtechnologie kunt implementeren.

Hulplijn en Innovatie-Route on tour

In de Toekomstagenda is opgenomen dat er blijvende aandacht moet zijn voor borging en opschaling van technologie. ‘Met een “Innovatie-Route on tour” gaan we langs verschillende organisaties in het land. Ook komt er een hulplijn voor organisaties die aan de slag willen met de Innovatie-Route. Daarnaast zullen meer organisaties begeleid en ondersteund worden in een aanpak op maat. Met onderzoek wordt er gekeken welke technologieën toegevoegde waarde hebben en de kennis daarover wordt gedeeld. ‘

Data

‘De inzet van technologie levert daarnaast data op die ingezet kunnen worden voor meer efficiency en betere kwaliteit van zorg. In samenwerking met de Academische Werkplaats ZOTEG, gaan we 5 pilots uitvoeren. Hierin onderzoeken we waar kansen liggen voor cliënten en zorgmedewerkers.’ En tot slot ligt de focus op de medewerker van de toekomst. ‘Zo is het belangrijk om technologie een plek te geven in het bestaande lespakket. En is het nodig om te weten wat je als organisatie voor elkaar moet hebben om te zorgen voor digivaardige medewerkers.’ 

Sessie: Kanslijnen: van papier naar praktijk 

Kanslijnen toekomstbestendige gehandicaptenzorg

Een transitie maken naar een duurzame, toekomstbestendige en betaalbare gehandicaptenzorg. Dat is het doel van het landelijke akkoord toekomstbestendige zorg. Dirk Wolbers, manager zorg van zorgverzekeraar DSW en senior beleidsadviseur Bianca Roos van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) lichtten de vijf kanslijnen toe. Namelijk: (1) elke cliënt krijgt een betekenisvolle daginvulling; (2) implementeren van bewezen arbeidsbesparende technologieën door alle zorgorganisaties; (3) passend zorgniveau bij de zorgvraag van de cliënt; (4) ambulantisering: een zo zelfstandig mogelijke, veilige plek in de samenleving voor cliënten die dit aankunnen; (5) stimuleren en faciliteren van het eigen en het vrijwilligersnetwerk om een rol te spelen in de zorg en ondersteuning.

Kanslijnen implementeren

Zorgorganisatie Vanboeijen is bezig om de kanslijnen in de praktijk te brengen. ‘We zijn begonnen met het bepalen van onze startpositie’, vertelt Hsia Ping Lou, transitiemanager. ’We hebben daarbij gekeken naar onze eigen strategische koers en welke kanslijnen meer aandacht nodig hebben. We zijn begonnen met een gesprek met het zorgkantoor. Om gezamenlijk na te denken: Wat moet dit nu opleveren? Hoe gaan we dit aanpakken? Wat hebben we hiervoor nodig? Ook gaan we in gesprek met bewoners, naasten en medewerkers. Bijvoorbeeld over: Hoe zorgen we ervoor dat we voldoende medewerkers beschikbaar houden?’

Vergroten hulp uit netwerk

Ludo Koks, is broer van Walter, die al 59 jaar in zorg is bij Amarant. ‘Ik sta hier namens de vijfde kanslijn: het stimuleren en het faciliteren van het eigen netwerk. Mantelzorgers zijn vaak overbelast. Daarom kijken we bij Amarant: ‘Hoe kunnen we het netwerk rond de bewoner groter maken? Andere naasten in het netwerk moeten het leuk vinden en geïnspireerd worden. Dit vertaalt zich bijvoorbeeld bij de instroom van nieuwe cliënten dat we om de tafel gaan zitten met alle betrokkenen. En dan kijken: Wie vindt het leuk om wat te doen? Als naasten bijvoorbeeld willen koken op de locatie, kijken we hoe dat geregeld kan worden.’

Lees meer 

Deel deze pagina via: