Naar hoofdinhoud Naar footer

‘Wie het raakt praat mee’ in de praktijk: Bureau Zeggenschap

Zorgontvangers, verwanten en professionals moeten kunnen meepraten over alle beslissingen die hen raken. Hoe kan dat eruitzien in de praktijk? Daarover spreken we in de reeks ‘Wie het raakt praat mee’ Peter Molenkamp, coördinator van Bureau Zeggenschap van De Twentse Zorgcentra en Kevin, voorzitter van de regionale bewoners- en cliëntenraad Enschede.

Peter Molenkamp houdt zich daar al jaren bezig met verschillende vormen van zeggenschap voor cliënten. 'We merkten binnen De Twentse Zorgcentra dat er steeds meer projecten waren op het gebied van (mede)zeggenschap. Op individueel niveau en op groepsniveau. Toen is Bureau Zeggenschap ontstaan,' vertelt Peter. 'In eerste instantie waren we erop gericht om cliënten de ruimte te geven en te leren en ontwikkelen, en wilden we daarna in de organisatie omhoog werken. Maar we merkten dat cliënten daar veel minder in te leren hebben dan de organisatie. Dus we gingen al snel op zoek naar manieren waarop we er als organisatie voor konden zorgen dat cliënten echt mee kunnen doen.'

Werksessies  

Het bleek niet eenvoudig om het cliëntenperspectief ook vooraf en tijdens beslisprocessen al mee te nemen. Daarnaast was het even zoeken naar een goede manier om verschillende groepen die beleid zou raken - cliënten, verwanten, zorgprofessionals, stafmedewerkers - te betrekken bij besluiten. 'Voor cliënten moet zo’n sessie er anders uitzien dan bijvoorbeeld voor naasten en begeleiders. Qua werkvorm, qua taalgebruik. In één groep is het bijna niet voor iedereen goed te doen. We hebben wel eens meegemaakt dat cliënten halverwege wegliepen: teleurgesteld dat ze ondersneeuwden in de groep aanwezigen.'  

Focusgroepen

Een positieve ervaring waren de focusgroepen die het Bureau organiseerde over de richting die de organisatie op zou moeten. In verschillende sessies bespraken cliënten hun perspectief op een aantal onderwerpen. Eerst individueel met een maatje, en aan de hand van een ondersteunend werkboek dat Peter en collega's hier speciaal voor ontwikkelden. En daarna in groepssessies met andere cliënten: 'Daar keken we wat de opbrengst van de eerste gesprekken zou kunnen betekenen voor de groep. En de organisatie.' Tegelijkertijd bespraken begeleiders, naasten en andere betrokkenen vergelijkbare onderwerpen elders in het gebouw. Aan het eind van de avond kwamen beide groepen samen, en wisselden zij hun verworven inzichten uit. 'Er kwamen hele mooie adviezen uit de cliëntengroep. Nog meer dan verwacht: de uitkomsten verrasten niet alleen ons, maar ook de toenmalige Raad van Bestuur, verwanten en medewerkers.'  

'Blijf terugkoppelen'

Wat hebben ze nog meer geleerd sinds het ontstaan van het Bureau? 'Verbinding binnen de cliëntengroep en tussen de cliëntengroep en de andere groep krijg je door steeds aan elkaar terug te koppelen. En dat leverde waardevolle inzichten op.' Helaas is er door wisselingen van bestuur weinig concreets uit de sessies gekomen, en daar ligt ook een belangrijke uitdaging. 'Het perspectief van betrokken op tafel krijgen is één ding, maar daar dan ook wat mee doen is een tweede' vertelt Peter. En dat gaat nog vaak mis. 'Prioriteiten verschuiven, en dan raakt dit punt al snel ondergesneeuwd. Ook verslapt de gewoonte om betrokkenen aan de vóórkant al mee te nemen sneller dan we zouden willen. Daarom hopen we nu bijvoorbeeld de adviesrol van Bureau Zeggenschap formeel te gaan vastleggen. Een rol waarbij we over groepoverstijgende thema’s advies uitbrengen richting de organisatie, bijvoorbeeld door klankbord-, gebruikers- of werkgroep in te richten met cliënten. En verder moet de gewoonte inslijten om bij elke beslissing stil te staan bij de vraag: ‘wie raakt dit’? Daar blijven we op inzetten.' 

Kevin is lid van het E-team (team van ervaringsdeskundigen bij De Twentse Zorgcentra) en voorzitter van de regionale bewoners- en cliëntenraad Enschede. Hij nam deel aan de focusavonden in 2017 en deelt zijn perspectief.  

Veel herkenning

Kevin kijkt met veel plezier én trots terug op zijn deelname aan de focusavonden. 'We konden echt goed vertellen wat voor ons belangrijk is,' vertelt hij. 'Op de eerste avond hebben we gepraat met een maatje, met een werkboek erbij. En tijdens de tweede avond vertelde iedereen over hun eerste sessie, en wat er in hun werkboek stond.' Een fijne vorm, vindt Kevin. 'Het is fijn als je eerst zelf na kunt denken over het onderwerp en erover kunt vertellen aan iemand die je vertrouwt' (het maatje). 'En dat daarna dan met elkaar bespreken.' Vooral de tweede avond is Kevin bijgebleven 'omdat we toen van elkaar hoorden waar iedereen op uitgekomen was. Er was veel herkenning, er ontstonden mooie gesprekken en we werden echt een groep.'  

'Het doet ertoe wat ik wil zeggen'

Op een vervolgavond bespraken deelnemers ook waar de Twentse Zorgcentra mee door moeten gaan, mee moeten stoppen en wat er anders zou moeten. 'Daar kwam echt veel op tafel wat wij allemaal belangrijk vonden.' Kevin vond het verder heel mooi dat de directeur veel bij hún groep aanschoof, in plaats van bij de grote groep. 'Hij vertelde dat hij het belangrijk vond wat er bij ons allemaal speelde. Daarom kwam hij ook naar ons luisteren. Ik merkte daaraan dat het ertoe doet wat ik en de anderen te zeggen hebben.'

  • Download hieronder een voorbeeld van het werkboek

Downloads

Deel deze pagina via:

Contactpersonen