Naar hoofdinhoud Naar footer

Huisartsenzorg onder druk voor mensen met een beperking

Steeds meer mensen met een verstandelijke beperking hebben geen huisarts, omdat zij in een instelling verblijven. Volgens huisartsen zijn er te weinig artsen verstandelijk gehandicapten (artsen VG). Maar de artsen VG zijn geen huisarts. Gelukkig zijn er ook voorbeelden die laten zien dat het wel kan.

Bijna drie jaar geleden nam Karel Kasbergen de huisartsenpraktijk van zijn voorganger in Lunteren over. Van deze praktijk maken 25 mensen deel uit die wonen op een locatie van Philadelphia in Ede. ‘Ik ben standaard één uur per week aanwezig voor de directe zorg, maar soms vaker’, zegt Karel. ‘Bovendien is de praktijk de hele week bereikbaar voor de zorginstelling. Ik vind het niet meer dan logisch om ook deze doelgroep te behandelen. Net zoals elke andere willekeurige doelgroep. Ja, de zorg aan mensen met een beperking is complex en intensief, maar dat kun je organiseren.’

Te weinig artsen VG

Dat standpunt is niet vanzelfsprekend. De toegang tot huisartsenzorg voor mensen met een beperking staat onder druk, blijkt uit een onderzoek van de VGN. Steeds vaker willen huisartsen en huisartsenposten niet langer zorg leveren aan mensen met een beperking.
 
Groot knelpunt voor de huisartsen is het tekort aan de artsen verstandelijk gehandicapten (artsen VG). ‘Landelijk zijn er slechts 260 artsen VG. Er zijn jaarlijks 24 opleidingsplaatsen, maar die worden bij lange na niet gevuld’, zegt Marijke Meijer, secretaris van de Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG) en zelf arts VG. ‘Een ernstig tekort dus.’ Bij de behandeling van mensen met een beperking vullen de arts VG en de huisarts elkaar aan. De huisarts verleent de algemene medische zorg, de expertise van de arts VG ligt bij handicapgebonden problematiek.

Recht op huisartsenzorg?

Marian Denekamp is manager expertisecentrum bij Philadelphia en tevens moeder van de zestienjarige Niels, die een ernstig verstandelijke beperking heeft. Tot zijn tiende jaar woonde Niels thuis, maar de zorg werd te zwaar. Sindsdien woont hij in een buitenlocatie van een zorginstelling in Didam. Marian vertelt dat toen Niels nog thuis woonde, hij voor de directe zorg gewoon naar de huisarts kon.

Toen Niels uit huis ging veranderde de situatie. ‘Gelukkig heeft de zorginstelling waar Niels woont een contract met een huisarts, zodat de zorg gewaarborgd is, maar vanzelfsprekend is dat niet. Het is gek dat je als je thuis woont de huisarts kan inschakelen, maar als je in een zorginstelling of een woonvorm verblijft, de huisarts geen acceptatieplicht heeft. Je bent al verstandelijk beperkt en dan verlies je dat recht ook nog eens. Ik vind dat een aantasting van het burgerschap.’

Taken van de zorgorganisatie

‘Goede medische zorg vraagt om een goede samenwerking tussen zorgorganisaties, huisartsen en artsen VG’, zegt Han van Esch, bestuurslid van Philadelphia. ‘Daarin hebben wij als sector belangrijke taken. Eén daarvan is om de cliënt (of degene die met de cliënt meegaat) goed voor te bereiden op het gesprek met de huisarts, zodat de zorgvraag goed gecommuniceerd wordt. Een andere taak is het waarborgen van voldoende artsen VG en de mogelijkheid tot verpleegkundige triage vanuit de zorginstelling wanneer het specifieke doelgroepen betreft, zoals mensen met een ernstig meervoudige beperking of mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag.’

Guus Jasper (LHV) levert vanuit zijn praktijk huisartsenzorg aan zeventig mensen met een verstandelijke beperking die in geclusterde woonvoorzieningen in de wijk wonen. ‘Wij hebben een jaar zonder arts VG gezeten. Omdat wij ruim vijftien jaar met deze doelgroep werken, wisten we de zorgverlening in stand te houden, maar vaak met de tenen gekromd. De aanwezigheid van een arts VG helpt de huisartsen echt.’

Huisarts ontlasten

Saskia de Haas is arts VG bij ’s Heeren Loo. ‘Wij kunnen de huisarts ontlasten door onze kennis over onze cliënten en over handicapgebonden problematiek te delen. Het is mooi om als huisarts en arts VG samen, maar elk vanuit een andere expertise, naar cliënten te kijken. Samen probeer je het leven van mensen te verbeteren die niet voor zichzelf op kunnen komen.’
 
‘Artsen VG waren in het verleden veelal verbonden aan intramurale zorginstellingen en daardoor minder zichtbaar’, vervolgt Saskia de Haas. ‘Nu de zorg verandert, de doelgroep groter wordt en ook meer verspreid in de woonwijken woont, moeten artsen VG meer naar buiten treden en de samenwerking met huisartsen zoeken.’

Gewoon zorg verlenen

Marijke Meijer (NVAVG) wijst hierin op de rol van zorgorganisaties. ‘Er mag meer focus op gezondheid en goede medische zorg komen. Dat houdt ook in dat zorginstellingen de artsen VG beter ondersteunen én dat huisartsen en artsen VG makkelijker digitaal informatie kunnen uitwisselen.’
 
Han van Esch, Philadelphia: ‘Alle betrokken partijen voelen zich eigenaar van het probleem. Dat is een stap vooruit. Wat mij betreft laten we ons inspireren door succesvolle voorbeelden, want het kan. We kunnen mensen met een beperking zo gewoon mogelijk zorg verlenen. Dat moet ook. Het leven is voor hen al ongewoon genoeg.’
 
Dit artikel is gebaseerd op ‘Ik vind het logisch om ook deze doelgroep te behandelen’ dat in december 2019 verscheen in Markant.

Lees het volledige artikel

Lees meer

Deel deze pagina via: