Naar hoofdinhoud Naar footer

Deel deze pagina via:

Stel je vraag aan

Mission (Im)possible: van 'ja, maar' naar 'ja, en!'

Gepubliceerd op: 07-11-2025

Dubbel zoveel zorg verlenen met hetzelfde aantal zorgverleners, terwijl de kwaliteit van zorg en werkplezier behouden blijft of zelfs verbetert. Dat is het doel van 'Mission (Im)possible', het ambitieuze project van het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht en Nieuwegein. Het ziekenhuis is de uitdaging aangegaan om een plan te bedenken om dit doel werkelijkheid te laten worden.

De start van 'Mission (Im)possible'

In 2023 startten de projectleiders Gerbrecht van der Meulen, Melanie Oostrom en Maaike Ruesen-Sterk, aan deze uitdaging, het project genaamd 'Mission (Im)possible'.

'Het St. Antonius Ziekenhuis wil graag meer toekomstbestendig worden, dat was de aanleiding van het project. We hebben samen nagedacht over hoe we patiënt- en naastenparticipatie voor ons zien. Een gevarieerde groep zorgverleners uit het ziekenhuis is met deze vraag aan de slag gegaan, waaronder Melanie, Maaike en ik. Dit leidde tot drie aanpassingsvoorstellen: het invoeren van een slimmere rolverdeling voor de verpleegkundigen, de inzet van de app Mijn Opname, en het meer samenwerken met patiënt en naasten in de zorg voor de patiënt', aldus Gerbrecht.

Na deze visie, is een projectplan opgesteld dat verdeeld was in verschillende fasen om het programma mee uit te implementeren. In dit verhaal zoomen we in op een van de drie aanpassingen: het meer samenwerken met patiënten en naasten in de zorg voor de patiënt.

Denken in mogelijkheden

Om samen tot nieuwe ideeën te komen en in mogelijkheden te denken, heeft het team dat betrokken is bij het project samen afgesproken om in mogelijkheden te blijven denken in plaats van in onmogelijkheden. Dit deden ze door bij een nieuw idee 'Ja, en!' te denken en te zeggen in plaats van 'Ja, maar...'. Het denken en zeggen van 'Ja, en!' leidde tot nieuwe ideeën en inzichten voor het project.

Naastenparticipatie in de praktijk

Melanie: 'Het programma begint eigenlijk al voor de opname in het ziekenhuis of op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH). Patiënten en naasten kunnen voorafgaand aan hun opname in het ziekenhuis in de app 'Mijn Opname' vragen beantwoorden over hun zorgvraag en informatie geven die wij nodig hebben. Via deze weg nemen we dus een online anamnese af. Dit helpt ons in het ziekenhuis om sneller te werk te gaan en zo kunnen we de juiste zorg alvast inregelen, al voordat de patiënt er is. Patiënten en naasten kunnen in de anamnese ook aangeven of de patiënt graag zelf bepaalde zorghandelingen wil doen en of patiënt en naaste het prettig vinden dat de naaste bepaalde zorghandelingen uitvoert.'

De verpleegkundige gaat in het ziekenhuis vervolgens in gesprek met de patiënt en naaste over het uitvoeren van zorghandelingen en licht toe welke handelingen de naaste kan doen. De verpleegkundige schat hierbij in of de naaste hiertoe in staat is.

Gerbrecht:'De naaste kan aangeven welke zorghandelingen hij wil uitvoeren en de patiënt geeft aan of hij dit zou willen. De naaste wordt gevraagd zich aan een aantal belangrijke hygiënemaatregelen te houden in de zorg voor de patiënt. Daarbij is het belangrijk dat de naaste alleen zorg verleent aan hun eigen naaste. Het uitvoeren van zorghandelingen door de naaste is vrijwillig, de patiënt en naaste hoeven dit dus niet te doen.'

Algemene en aanvullende zorgtaken

Het St. Antonius Ziekenhuis heeft folders voor patiënten en naasten gemaakt met hierin instructies voor het uitvoeren van zorgtaken. In deze folders staan een stappenplan voor het uitvoeren van de zorgtaak, de benodigdheden voor de zorgtaak en algemene aandachtspunten.

Het St. Antonius maakt onderscheid in twee groepen zorgtaken: de algemene en aanvullende zorgtaken. De algemene zorgtaken zijn iets minder complexe taken, zoals het verzorgen van het uiterlijk, denk aan het ondersteunen bij het haren kammen en tandenpoetsen. De aanvullende zorgtaken zijn iets complexere zorgtaken, zoals het helpen bij het wassen, douchen of aankleden.

Bekijk de de website van het St. Antonius voor meer informatie over hoe de naaste de zorgtaken kan uitvoeren.

De gemaakte afspraken worden verwerkt in het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) van de patiënt. Als de naaste algemene zorgtaken uit wil voeren, worden de handelingen door de verpleegkundige aangeleerd aan de naaste.

Wanneer de naaste de zorgtaken goed beheerst, registreert de verpleegkundige eenmalig of de naaste bekwaam is om de zorghandelingen juist uit te voeren. Dit wordt eenmalig geregistreerd om de administratieve last zo laag mogelijk te houden. Daarnaast behoudt de verpleegkundige zijn signalerende functie in de uitvoering van de zorgtaken door patiënten en naasten. Als de zorgtaken niet op een juiste manier uitgevoerd worden, dan onderneemt de verpleegkundige actie. Als de naaste als bekwaam is geregistreerd door de verpleegkundige, kan de naaste zelfstandig de zorgtaken uitvoeren. Er wordt naderhand geëvalueerd hoe de uitvoering van de zorgtaken door de naaste ging.

Een cirkeldiagram met vijf stappen in het proces van naastenparticipatie voor zorgmedewerkers:

  1. Afspraken maken over uitvoering van zorgtaken met patiënt en/of naaste(n)
  2. Coaching en oefenen, waar nodig
  3. Vastleggen bekwaamheid in de dienstnavigator
  4. Uitvoering zorgtaak/taken
  5. Evaluatie

De stappen vormen een doorlopende cirkel die het cyclische proces van samenwerking in de zorg illustreert.

Ook kunnen naasten via de app 'Mijn Opname' zelf bijzonderheden noteren over de gezondheid van de patiënt. Voorbeelden zijn het noteren van de pijnscore en de mictie. De zorgmedewerkers kunnen dit inzien en zien dat de naaste dit ingevuld heeft. Melanie: 'Om het programma onder de aandacht te brengen op de werkvloer en aanspreekpunten aan te stellen, zijn er "kartrekkers" aangesteld, op iedere klinische afdeling twee à drie kartrekkers. De kartrekkers denken actief mee over hoe zij "Mission (Im)possible" goed kunnen inrichten op hun eigen afdeling.'

Om het programma onder de aandacht te brengen, zijn er 'kartrekkers' aangesteld die actief meedenken over hoe zij 'Mission (Im)possible' goed kunnen inrichten op hun eigen afdeling.

Melanie Oostrom, projectleider

Tip

Deel de grote veranderingen op in kleine stukjes verandering en test deze geleidelijk aan op de afdelingen. Dit maakt de drempel tot het testen en evalueren lager.

Ziekenhuisbreed geïmplementeerd

De resultaten van de pilotfase waren veelbelovend. Het bleek dat alle patiënten en naasten het meedoen aan het programma als prettig hadden ervaren. Patiënten zelf zijn positief over het programma. Zij geven aan het fijn en rustgevend te vinden dat hun naaste aanwezig is. Het geeft hun vrijheid en een vertrouwd gevoel. Ook geven ze aan het prettig te vinden dat hun naaste erbij is met de gesprekken met de arts om mee te luisteren en te denken.

Ook gaf het merendeel van de verpleegkundigen aan dat zij het werk als minder zwaar hadden ervaren en dat zij tijdswinst van een halfuur tot een uur hadden ervaren tijdens hun dienst dankzij de samenwerking met naasten.

Naar aanleiding van de veelbelovende resultaten, is besloten om het programma op alle klinische afdelingen in het ziekenhuis te implementeren. Dit is in juni 2025 gebeurd. De onderdelen van het project zijn toen gelijktijdig geïmplementeerd op alle afdelingen.

Samenwerking met mantelzorgsteunpunten

Na het ontslag uit het ziekenhuis, gaan de patiënt en naaste weer naar huis. Soms is thuis nog zorg nodig voor de patiënt, die de naaste kan leveren. De naaste is hier niet altijd toe in staat, door bijvoorbeeld overbelasting. Naasten kunnen ondersteuning krijgen als zij overbelast zijn. Het St. Antonius Ziekenhuis verwijst in dit geval door naar mantelzorgsteunpunten in de regio.

Melanie: 'In het programma werken we samen met mantelzorgsteunpunten in de regio. Hiervoor hebben wij een overzicht van de mantelzorgsteunpunten in de regio gemaakt, met bijbehorende contactpersonen en hun contactgegevens. Als patiënten na opname naar huis mogen, peilen we of de zorg thuis zonder risico op overbelasting door de mantelzorger kan worden gegeven. Als blijkt dat de naaste ondersteuning kan gebruiken vanuit het mantelzorgsteunpunt, neemt het mantelzorgsteunpunt contact op met de naaste. De naaste kan ook zelf al eerder contact opnemen met het steunpunt. Op die manier wordt de verdere ondersteuningsbehoefte opgepakt in het ziekenhuis bij lange opnameperiodes of in de thuissituatie.'

Lees meer