Naar hoofdinhoud Naar footer

Wijkverpleegkundige heeft invloed op het totale zorgproces

Gepubliceerd op: 18-11-2021

Hoogervorst werkt bij Santé Partners. ‘Ik kom uit de ziekenhuiswereld, daar werk je op een afdeling met een bepaalde patiëntencategorie. Nu werk ik alweer zestien jaar met veel plezier in de thuiszorg. Het leuke aan ons werk is dat wij bij veel verschillende cliënten thuis komen in alle leeftijdscategorieën en met wisselende zorgvragen. Dat veelzijdige en afwisselende, dat is de kers op de taart. We hebben een prachtig beroep.’

Kwaliteitsverbetering

Ze vindt dat ze als hbo-verpleegkundige in de wijk beter tot haar recht komt dan in het ziekenhuis. ‘Je bent betrokken bij het totale zorgproces. Daardoor moet je meer leiderschap tonen: je collega’s coachen en begeleiden, bijvoorbeeld. Je hebt invloed op de kwaliteitsverbetering op het niveau van de zorgvrager, het team en de organisatie. Over de hele linie.’ Met de onderwijsinstellingen heeft ze daarom afspraken gemaakt over stagiaires. Behalve eerste- en tweedejaarsleerlingen de basisvaardigheden aanleren, wil ze ook derde- en vierdejaarsleerlingen deze meer ‘gevorderde’ lessen meegeven. ‘Dan maak je het voor hen aantrekkelijker om voor dit werkveld te kiezen.’

Als ander pluspunt noemt Hoogervorst dat de thuiszorg indiceert op basis van het hele individu. ‘Binnen Omaha nemen we het fysiologische, het gezondheidgerelateerde, het psychosociale én het omgevingsdomein mee. Het is dan ook niet toevallig dat het concept Positieve Gezondheid goed landt binnen onze sector.’

Samenwerken met zorg en welzijn

Goed samenwerken met andere partijen heeft Hoogervorst hoog in het vaandel. ‘Met andere zorg- en welzijnsprofessionals kun je casuïstiek delen. Je hebt elkaar hard nodig, want de druk op de thuiszorg loopt op. De vergrijzing neemt toe, de formatietekorten stijgen, net als de werkdruk. De economie trekt weer aan. Leerlingen lijken vaker voor commerciële opleidingen te kiezen. Daarmee valt veel meer te verdienen.

Hoogervorst ziet dat de goede samenwerking met bijvoorbeeld huisartsen en andere zorgaanbieders uit het begin van de coronatijd er nog steeds is. ‘Huisartsen ervaren thuiszorgmedewerkers steeds meer als hun “ogen en oren”.’ Ze legt uit dat organisaties op basis van afspraken met andere thuiszorgaanbieders meer zorg kunnen bieden. Goed samenwerken gaat beter naarmate je elkaar beter kent. ‘Wij werken grotendeels vanuit een gezondheidscentrum, dat scheelt al. En we doen regelmatig iets gezelligs samen. De huisartsen, thuiszorgmedewerkers, fysiotherapeuten, noem maar op.’

Formele en informele zorg

Een andere steeds belangrijkere samenwerkingspartner is de mantelzorger. ‘Doordat wij als wijkverpleging niet meer alle zorg kunnen leveren, maken we met de partner of andere mantelzorgers zo goed mogelijke afspraken. Formele en informele zorg doen het meer en meer samen in de wijk.’

Effectief netwerken

Hoogervorst noemt een samenwerkingsvoorbeeld met nog meer partijen: ‘het werkatelier’. ‘Netwerken is belangrijk. In Renswoude en Scherpenzeel komen allerlei mensen vanuit de formele en informele zorg samen in het werkatelier. Vrijwilligers en mantelzorgers vinden het fijn te sparren over zaken waar ze tegenaan lopen. Iemand die al dertien jaar een dagbesteding leidt werd onlangs voor het eerst uitgenodigd voor een multidisciplinair overleg. Hij was er ontzettend blij mee.’

Goede voorlichting zet mensen in beweging

Verder nemen deel: wijkverpleegkundigen, kerken, dagbestedingen, gemeente, jeugdzorg, ggz, maar ook woningbouwcorporaties. Als zo’n corporatie een huurder heeft waar huis en tuin erg vervuild zijn, kan zij zonder naam en toenaam te noemen andere deelnemers van het atelier om advies vragen. Hoogervorst: ‘Als vervolgens die huurder toestemming geeft zijn contactgegevens door te geven, komt een oplossing dichterbij en kunnen we vlotter helpen. De ervaring is dat je na een goede voorlichting de mensen sneller in beweging krijgt. Zo blijven privacywetgeving en eigen regie overeind.’

Je werk beter laten zien

Hoogervorst ziet een cruciale taak voor de overheid waar het gaat om het terugdringen van de formatietekorten in de zorg. ‘We hebben de publieke sector zó hard nodig in dit landje.’ Ook medewerkers zelf kunnen bijdragen aan een meer aantrekkelijke sector. ‘Als thuiszorg moeten we zichtbaarder worden, onszelf in een beter daglicht zetten. We kampen met een achterhaald imago. We moeten meer uitstralen wat we écht doen in ons dagelijks werk.’

Ze vindt het een goed idee die zichtbaarheid met name op scholen te vergroten. ‘We moeten ons vak op de middelbare scholen en ook op de basisschool beter gaan uitleggen. Pas geleden was de Kinderboekenweek, die had als motto “Worden wat je wilt”. Hoe leuk is het om gewoon zo’n school binnen te stappen en te vragen of je iets mag vertellen over je werk? Het vak beter laten zien. Want: ieder golfje zorgt voor beweging.’

Tekst: Linda van Ingen

Deel deze pagina via:

Stel je vraag aan