Naar hoofdinhoud Naar footer

Richtlijn psychofarmaca: kijken naar oorzaak onbegrepen gedrag

In het programma ‘Beter af met minder? Bewust gebruik psychofarmaca’ ondersteunen wij samen met het Centrum Verstandelijke Beperking en Psychiatrie (CVBP) organisaties in de gehandicaptenzorg bij afbouwen van onjuist psychofarmacagebruik. Dr. Gerda de Kuijper is arts verstandelijk gehandicapten (arts VG) en onderzoeker bij het CVBP en vertelt over de herziende richtlijn voor het voorschrijven van psychofarmaca van De (beroeps)Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten. Met als belangrijkste toevoeging: het thema ‘Waarom schrijf ik voor?’

De richtlijn ‘Voorschrijven van psychofarmaca bij mensen met een verstandelijke beperking’ uit 2008 had 2 hoofdthema’s:

  • Hoe schrijf ik voor? 
  • Wat schrijf ik voor?

In deze herziende richtlijn is een thema toegevoegd: Waarom schrijf ik voor?

Gerda de Kuijper: ‘Dat is een hele belangrijke toevoeging. In dit thema gaat het om hoe je een goede diagnose bij iemand met een verstandelijke beperking en psychische klachten of onbegrepen gedrag stelt. Op grond daarvan kun je een behandelplan maken, al dan niet met psychofarmaca. Voordat je een cliënt psychofarmaca voorschrijft, moet je kijken naar de oorzaak van het gedrag. Daar begint het en daar moet dus ook een accent komen te liggen.’

Instrumenten voor methodisch werken

‘Een richtlijn is ervoor bedoeld om te zorgen dat iedere arts VG naar een bepaald minimale standaard handelt. Natuurlijk zijn er verschillen tussen artsen, maar het mag niet uitmaken voor de behandeling bij welke arts je komt,’ vertelt Gerda de Kuijper In de richtlijn doet de beroepsvereniging ook aanbevelingen voor het gebruik van bepaalde instrumenten. Denk bijvoorbeeld aan gestandaardiseerde vragenlijsten om op een betrouwbare manier de effecten van een behandeling te meten en bijwerkingen te onderzoeken. Daarin zijn uiteraard de gevalideerde Nederlandse instrumenten opgenomen, maar worden er ook suggesties gegeven voor andere instrumenten. ‘Aan evaluaties als ‘Het gaat goed’ of ‘Het gaat slecht’ heb je niet zoveel. We willen op deze manier handvatten aanreiken om methodisch te werken en op een uniforme manier de behandeleffecten, waaronder het optreden van bijwerkingen, te registreren.’  

Belang multidisciplinaire aanpak bij inzet psychofarmaca

Naast methodisch werken geeft Gerda de Kuijper ook het belang van multidisciplinair werken aan. Bij de herziening van de richtlijn zijn dan ook de verschillende disciplines betrokken: een apotheker en psychiater maakten deel uit van de werkgroep en bij de gedragswetenschappers en psychologen hebben mee gelezen. De richtlijn is in eerste instantie bedoeld voor artsen in de verstandelijke gehandicaptenzorg, maar kan door de andere disciplines gebruikt worden.

Ook werken aan bewust gebruik psychofarmaca?

Wilt u als organisatie ook aan de slag met methodisch en multidisciplinair werken aan bewust gebruik psychofarmaca? In het programma ‘Beter af met minder? Bewust gebruik psychofarmaca’ ondersteunen wij 15 organisaties in de gehandicaptenzorg bij afbouwen van onjuist psychofarmacagebruik.

Niet-effectieve behandeling met psychofarmaca vermijden

Samen met NVAVG, NVO, het NIP, NVP, V&VN, CCE, NVLF en NVGzP hebben we het projectvoorstel 'Multidisciplinaire Richtlijnen Probleemgedrag en Gedragsstoornissen bij volwassenen met een verstandelijke beperking’ geschreven. Behandeling met psychofarmaca wordt daarin zoveel mogelijk vermeden, vanwege bijwerkingen die de kwaliteit van leven en de gezondheid kunnen verminderen. Dit betekent dat een zeer belangrijk accent komt te liggen op het behandelplan en andere symptoom bestrijdende interventies. De subsidieaanvraag voor het projectvoorstel is inmiddels door VWS gehonoreerd en de werkgroep, waar ook Gerda de Kuijper deel van zal uitmaken, zal binnenkort starten met de uitvoering.

Meer informatie over psychofarmaca

Deel deze pagina via:

Contactpersoon