Financiering van reablement: hoe zit het?
Gepubliceerd op: 22-10-2025
Steeds meer zorgorganisaties passen reablement toe om mensen langer zelfstandig en actief te laten wonen, zowel thuis als in het verpleeghuis. Ook in het landelijke beleid krijgt deze aanpak veel aandacht. Zo wordt reablement in het recente Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg expliciet genoemd als kansrijke manier van werken. Toch is structureel invoeren van reablement financieel vaak moeilijk.
Financieren van reablement stond centraal tijdens een gezamenlijke bijeenkomst van de twee lerende netwerken Reablement binnen het programma Waardigheid en trots voor de toekomst van Vilans. Samen met gastspreker Lieuwe-Jan van Eck, verbonden aan het programma RegioKracht in de zorg, werd besproken welke financiële knelpunten er spelen, welke landelijke ontwikkelingen er zijn en welke initiatieven er al zijn om reablement tóch mogelijk te maken.
Wat is reablement?
Reablement is een kortdurende, doelgerichte aanpak die mensen helpt om zo zelfstandig en actief mogelijk te blijven in het dagelijks leven. De nadruk ligt op wat iemand nog wél kan en op de doelen die voor die persoon zelf belangrijk zijn.
In een periode van acht tot twaalf weken werkt een multidisciplinair team met de cliënt, naasten en sociaal netwerk aan praktische vaardigheden en activiteiten. Zo'n team bestaat vaak uit een (wijk)verpleegkundige, ergotherapeut en fysiotherapeut. Die vaardigheden en activiteiten kunnen variëren van zelfstandig boodschappen doen tot zich weer kunnen aankleden, douchen of deelnemen aan sociale activiteiten.
Het doel: verminderen van zorgafhankelijkheid en het versterken van eigen regie, zowel thuis als in het verpleeghuis.
Waar zit het financiële probleem?
De uitvoering van reablement vraagt meer dan alleen directe zorgverlening. Er is tijd nodig voor overleg, afstemming, coördinatie, instructie en reistijd. Uit businesscases van koplopers als Woonzorggroep Samen en Mijzo blijkt dat deze extra inzet kan oplopen tot zo’n 20% van de totale kosten. Deze uren kan een organisatie niet declareren. Op de lange termijn is dat niet houdbaar.
Voor cliënten die gebruikmaken van reablement en Wlz-zorg thuis ontvangen, zijn er bovendien persoonlijke financiële drempels:
- De basisverzekering vergoedt maximaal 10 uur ergotherapie per jaar.
- Fysiotherapie valt meestal onder de aanvullende verzekering.
- In beide gevallen geldt bovendien het eigen risico.
Voor mensen zonder aanvullende verzekering brengt dit extra kosten met zich mee, waardoor deelname niet altijd haalbaar is.
Waarom lukt structurele financiering nog niet?
Reablement is domeinoverstijgend en lastig in te passen in het huidige financieringsstelsel van de Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet langdurige zorg (Wlz). Dat stelsel is vooral productiegericht en sluit nog onvoldoende aan op multidisciplinaire samenwerking of preventieve interventies.
Zorgverzekeraars vragen daarnaast om meer bewijslast en onderbouwing van de effectiviteit van reablement. Daardoor ontstaat een vicieuze cirkel: zonder structurele financiering kan de aanpak niet grootschalig worden uitgevoerd of onderzocht. En zonder bewijs van effectiviteit komt die structurele financiering niet van de grond.
Wat de discussie verder bemoeilijk is dat reablement niet alleen een breed gedachtegoed is dat zich richt op zelfredzaamheid en eigen regie. Het is ook een concrete interventie tot twaalf weken. Deze twee betekenissen lopen regelmatig door elkaar, waardoor de focus op de financiering van de daadwerkelijke aanpak vertroebelt.
Hoe gaan organisaties er nu mee om?
Ondanks het ontbreken van een structurele regeling, proberen zorgorganisaties reablement toch in te passen. Omdat ze verwachten dat dit zal bijdragen aan de toekomstige zorg, én ze signalen zien van positieve effecten bij cliënten, naasten en zorgprofessionals.
Ze declareren bijvoorbeeld activiteiten van ergotherapie binnen de beperkte uren die de basisverzekering vergoedt, reserveren op geriatrische revalidatieafdelingen een klein deel van het DBC-budget voor aanvullende momenten, of experimenteren met thuisondersteuners die op een lager functieniveau werken en door hun observaties bijdragen aan een beter beeld van de behoeften van cliënten. Creatieve oplossingen, maar allemaal slechts lapmiddelen.
Wat gebeurt er ondertussen landelijk en regionaal?
Hoewel landelijke financiering nog ontbreekt, zijn er op verschillende niveaus initiatieven om stappen vooruit te zetten:
- Regionaal voeren organisaties gesprekken met zorgkantoren en verzekeraars om reablement binnen de bestaande mogelijkheden een plek te geven. Ze kijken hoe transitiemiddelen (tijdelijk) kunnen helpen en zoeken samen naar wat nog wel mogelijk is.
- Landelijk werken de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Zorginstituut Nederland mee aan het zoeken naar structurele oplossingen.
Daarnaast ontwikkelen vier koplopers - Cicero Zorggroep, Mijzo, Woonzorggroep Samen en MeanderGroep - de aanpak van reablement door. Ze krijgen hierbij steun van ZonMw en werken samen met de Universiteit Maastricht. Hun ervaringen en bevindingen worden gedeeld met belangrijke landelijke partijen zoals VWS, ActiZ en Zorgverzekeraars Nederland.
In de Beleidsbrief ‘Ouderen aan het roer – Reablement voor een toekomstbestendige ouderenzorg’ (2025), pleiten ze, ondersteund door dertig andere organisaties, voor een fundamentele herziening van organisatie en financiering richting een integraal, domeinoverstijgend ondersteuningsaanbod dat preventie stimuleert en samenwerking beloont.
Ook het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg biedt perspectief. Het noemt reablement expliciet als kansrijke aanpak en er is afgesproken dat een maatschappelijke kosten-batenanalyse de meerwaarde de komende jaren in kaart brengt.
Partijen als Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), ActiZ en NZa onderzoeken bovendien waar de grootste knelpunten zitten en welke mogelijkheden er binnen het huidige stelsel al benut kunnen worden. Voorlopig wordt zelfs gekeken naar tijdelijke financieringsmogelijkheden om de koplopers te ondersteunen.
Vooruitzicht
De weg naar structurele financiering van reablement is nog lang en complex, maar er is beweging. Door de samenwerking tussen zorgorganisaties, kennisinstituten, beleidsmakers en financiers groeit de bereidheid om de aanpak serieus te verankeren.
Als de maatschappelijke en financiële meerwaarde van reablement overtuigend wordt aangetoond, ligt er een kans om deze manier van werken breed in te voeren. Daarmee groeit een toekomst waarin zorg, behandeling en begeleiding steeds meer samenkomen om mensen te ondersteunen in wat ze zelf kunnen en belangrijk vinden – thuis én in het verpleeghuis.