Naar hoofdinhoud Naar footer

Deel deze pagina via:

Reactie verkiezingsprogramma's: ‘Meer realiteitszin nodig’

Gepubliceerd op: 14-10-2025

In de politiek is de zorg niet ‘top of mind’. Veel partijen willen defensie-uitgaven bekostigen met bezuinigingen op de zorg. Toch is er wel aandacht voor de zorgprofessional in verkiezingsprogramma’s. ‘Belangrijk en hard nodig’, vinden bestuurders Mirella Minkman en Erwin Bleumink van Vilans. ‘Maar de ideeën schrijven soms te veel maakbaarheid aan 1 oplossingsrichting toe of zijn te vaak “voor de zorg” bedacht.’

Mirella Minkman en Erwin Bleumink van Vilans reageren met deze 3 stellingen op de verkiezingsprogramma's:

  • Stelling 1: Meer handen alleen niet genoeg: zorg vraagt om anders handelen.
  • Stelling 2: Top-down administratielasten afschaffen: klinkt goed, maar werkt niet.
  • Stelling 3: Technologie is geen toverstokje voor de zorg.

1. Meer handen alleen niet genoeg: zorg vraagt om anders handelen

Verkiezingsprogramma’s

We zien in de verkiezingsprogramma’s veel focus op voldoende zorgprofessionals. Bijvoorbeeld: ‘We willen de uitstroom van zorgmedewerkers tegengaan door werken in de zorg aantrekkelijker te maken.’ En: ‘We willen fors investeren in het opleiden van zorgpersoneel, met budget voor zij-instromers en herintreders, deelcertificaten en vrijstellingen om drempels te verlagen, eenvoudiger erkenning van buitenlandse diploma’s en betere begeleiding van statushouders.’

Zorgprofessionals die de goede dingen doen

Ook met meer zorgprofessionals in dienst, is het traditioneel organiseren van de professionele zorg onhoudbaar. Zorgprofessionals moeten ook de goede en andere dingen doen. Dat vraagt om kennis over de ontwikkeling van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen met’. In alle sectoren in de zorg betekent dat samenwerken met familie en vrijwilligers om te komen tot andere verhoudingen dan we lange tijd gewend zijn.

Veranderen gaat niet vanzelf

We moeten niet onderschatten dat veel professionals zijn opgeleid om taken over te nemen en vanuit hun deskundigheid te bepalen wat ‘goede zorg’ is. Werknemers en organisaties zitten soms vast in werkwijzen. Zorgprofessionals die het anders willen kunnen dan worstelen met hoe dit bespreekbaar te maken om het toch anders te doen. En hoe voer je het gesprek met mantelzorgers of familieleden om te vragen wat zij willen of kunnen bijdragen? Praktische kennis zoals een goede gesprekstool, die ook al elders vruchten heeft afgeworpen, helpt bij het doorbreken van handelingsverlegenheid.

Beweging zorgzame samenleving

Nog iets dat verder gaat dan het beleidsterrein van de zorg: er is een beweging naar een zorgzame samenleving nodig. Anders wordt de zorg te veel de verantwoordelijkheid van het individu en wordt de druk van de zorgprofessional naar de mantelzorger verlegd. Overbelasting en burn-outs liggen nu al op de loer. Gelukkig zien we ook veranderkracht in de samenleving ontstaan door de opkomst van zorgzame gemeenschappen. Onze ‘deep dive’ in deze gemeenschappen legde bloot dat zij bewegen vanuit nabijheid, vertrouwen en spontaniteit. Je kunt niet aansluiten bij zo’n gemeenschap als je niet de kennis en eigenheid waardeert die al in de gemeenschap aanwezig is. Dat vraagt om nieuwe bruggenbouwers en nieuwe vaardigheden van professionals om samen met deze gemeenschappen op te gaan trekken. Het delen van goede voorbeelden en voortschrijdende inzichten over wat werkt, versnelt dit.

Wat we mee willen geven

Met meer zorgprofessionals alleen zullen we de problemen in de zorg niet oplossen. Heb niet alleen aandacht voor de kortetermijnoplossingen, maar denk ook in de langere termijn. Geef met beleid richting in de gewenste beweging en heb oog voor wat er nodig is om te veranderen, niet alleen in de zorg zelf. Nieuwe vaardigheden van zorgprofessionals vragen ook om nieuwe werkprocessen om professionals goed te faciliteren. En beleid dat dit mogelijk maakt.

2.Top-down administratielasten afschaffen: klinkt goed, maar werkt niet

Verkiezingsprogramma's

In de programma’s lezen we boodschappen als: ‘Weg met onnodige afvinklijstjes, particuliere keurmerken en afrekensystemen’, en: ‘We willen de verantwoordingseisen schrappen’. Dat klinkt veelbelovend, maar het is de vraag hoe realistisch dit is.

Afschaffen is te simpel

Natuurlijk zijn we het ermee eens dat regels die ooit bedoeld waren om kwaliteit, veiligheid of doelmatigheid te borgen, in de praktijk zijn doorgeschoten. Dit vertaalt zich in te veel administratieve last om aan die regels te voldoen. Maar enkel afschaffen is te top-down bedacht. Er is ook oog nodig voor de betekenis die zorgprofessionals aan een regel toekennen, de reden waarom regels zijn ontstaan en de daarmee gemoeide belangen.

Voorbeelden uit de praktijk

In goede voorbeelden uit de praktijk zien we hoe zorgprofessionals samenwerken met verzekeraars, beleidsmakers of toezichthouders om te ontregelen. De ervaring vanuit de werkvloer en het effect voor de cliënt zijn daarbij leidend. De uitkomst is niet altijd om een regel te schrappen, maar bijvoorbeeld ook om die te herinterpreteren, of te vereenvoudigen. Allemaal vanuit de ervaring van de praktijk en het effect voor de cliënt. Wanneer praktijkvoorbeelden aantonen dat het beter kan, zien we systeempartijen meebewegen.

Simpele verandering, soms al groot effect

Een voorbeeld is de bureaucratische aanvraag voor een aantrekhulpmiddel van steunkousen via de ergotherapeut. Dit zorgde voor wachttijden en onnodige inzet van wijkverpleging. Betrokkenen bedachten een simpele verandering: zorg voor een bredere interpretatie van bestaande afspraken. In dit geval: meerdere disciplines mogen een aanvraag indienen. Het resultaat is dat het hulpmiddel nu sneller beschikbaar is, wijkverpleegkundigen minder werkdruk ervaren en er meer eigen regie ligt bij de cliënt. In dit geval was het probleem dus niet de regel zelf, maar het neerleggen van de aanvraag bij 1 enkele discipline.

Wat we mee willen geven

Onze oproep is dan ook: bedenk het ontregelen niet voor de zorg, maar sluit aan bij de veranderkracht in de sector zelf. Ontregelen is pas succesvol als het een beweging is die gefaciliteerd en versterkt wordt door beleid. En faciliteer dat goede voorbeelden verspreid worden, om de ontregelbeweging te versnellen.

3. Technologie is geen toverstokje voor de zorg

Verkiezingsprogramma’s

In de verkiezingsprogramma’s lezen we hoge verwachtingen over technologie. Bijvoorbeeld: ‘Digitalisering, robotisering en kunstmatige intelligentie zullen de komende decennia welzijn en gezondheid op veel vlakken verbeteren en de administratieve bureaucratie verminderen, arbeidsuren besparen en de kwaliteit van de zorg verbeteren.’ En: ‘We vinden dat kunstmatige intelligentie slim moet worden ingezet om de administratiedruk te verlagen.’ Daarnaast zien we oog voor interoperationaliteit: ‘We willen dat nieuwe zorgtechnologie voldoet aan de eis dat producten onderling aansluitbaar zijn.’

Technologie gaat niet alles oplossen

Technologie is zeker een onmisbaar onderdeel van een andere manier van werken om de zorg toekomstbestendig te houden. En dat biedt kansen. Zo blijkt uit ons recent onderzoek, samen met Anders Werken in de Zorg (AWIZ) en de HAN, dat spraakgestuurd rapporteren 3 keer sneller werkt. Maar technologie gaat niet alles oplossen, vooral niet in sectoren waar de mens-mens interactie bijdraagt aan het welzijn en het gevoel om van betekenis voor elkaar te zijn. Zoals we bijvoorbeeld zien in de gehandicapten- en ouderenzorg.

Aandacht voor implementatie en opschaling

Een goede implementatie van technologie is daarom essentieel om iedereen die ermee werkt écht te betrekken. Dit begint bij het redeneren vanuit de behoeften van de cliënt en de zorgprofessional. Een doordachte invoering houdt ook rekening met verschillen tussen zorgprofessionals en praktijksituaties. Implementatie van technologie gaat ook over gedragsverandering en herinrichten van werkprocessen. Dit zijn tijdrovende trajecten. Door kennis te delen kunnen we samen voorkomen dat zorgorganisaties zelf het duurbetaalde wiel moeten uitvinden.

Technologie kan ook voor werkdruk zorgen

Recent TNO-onderzoek laat een andere kant van de medaille zien: de toepassing van technologieën kan ook voor overbelasting zorgen bij zorgprofessionals als men met te veel en allemaal verschillende toepassingen moet gaan werken. Zonder goede interoperabiliteit ontstaat er versnippering. Aandacht voor het aansluiten op andere systemen kunnen we niet overlaten aan individuele zorgorganisaties alleen. Voor interoperabiliteit zijn ook landelijke afspraken nodig.

Wat we mee willen geven

Technologie biedt kansen, maar pas op voor irreële verwachtingen. Inzet van technologie is niet het toverstokje waarmee je alle problemen van de zorg laat verdwijnen. Zeker niet als technologie een doel op zich wordt. Zie ook de nadelen niet over het hoofd, want je kunt er ook wat mee verliezen. Het goed gebruiken van technologie gaat niet vanzelf. Goede implementatie is cruciaal evenals hoe zorgorganisaties kunnen opschalen. Faciliteer organisaties daarin en pak op wat landelijk nodig is.

Tot slot

Minder regeldruk, meer regie en vertrouwen en meer zorgprofessionals in dienst. De politieke partijen noemen enkele ingrediënten. Onze oproep aan de politiek? Koester de aandacht voor de zorgprofessional, maar weet ook dat er echt meer nodig is om die zorgprofessional verder toe te rusten. Sluit beter aan bij de veranderkracht in de zorg zelf, versterk die ook actief met kennis en innovatie en wees transparant over wat echt werkt. Kijk breder dan 1 oplossingsrichting. Dan is de kans groter dat je de juiste veranderingen kunt faciliteren, versterken en laten renderen over kabinetsperioden heen.