Naar hoofdinhoud Naar footer

Consortium Waardebepaling

Laatst bijgewerkt op: 12-05-2025

Technologie is een middel, geen doel. Het is een belangrijk middel om zelfredzaamheid te vergroten en de zorg te verbeteren met als resultaat een betere kwaliteit van leven. Ook (kosten)efficiëntie en werkdrukverlichting zijn belangrijke voordelen. Daarom kan de zorgsector niet om de vanzelfsprekende inzet van technologie heen. Maar welke technologieën hebben toegevoegde waarde en welke niet? En hoe bepaal je dit?

Wie zijn wij?

Het Consortium Waardebepaling is een samenwerkingsverband van kennisorganisaties, hogescholen en universiteiten. Gezamenlijk brengen we de toegevoegde waarde van digitale- en hybride zorgprocessen in kaart. We werken daarmee toe naar breed gedragen en algemeen geaccepteerd bewijs voor digitale zorginterventies. Deze bewijsvoering helpt verzekeraars, zorgkantoren, gemeenten en zorgorganisaties gefundeerde beslissingen te nemen over de toepassing van technologische en sociale innovaties.

Overige deelnemers

  • Academy Het Dorp
  • Amsterdam UMC
  • Erasmus MC
  • EUR HHG
  • HU
  • LUMC
  • NELL
  • NHL
  • Stenden
  • Nivel
  • PIT (Fontys, HAN, Hogeschool Rotterdam, InHolland, Saxion, Windesheim)
  • RadboudMC
  • Regio+
  • RIVM
  • ROC Twente
  • TNO
  • UKON
  • UMC Utrecht
  • UMCG
  • UNHR
  • Vita Valley
  • WZW
  • ZN
  • ZonMw
  • Zuyd

Zo licht als het kan, zo zwaar als het moet

Uitgangspunt van het consortium is om onderzoek te doen dat 'zo licht is als het kan, maar zo zwaar is als het moet.' Dat betekent dat we per onderzoeksvraag zorgvuldig afwegen welke methode het meest passend is. Binnen welke context valt het? Voor welke doelgroep? En bij welk risico?

Soms volstaat een lichtere aanpak bij bijvoorbeeld lagere risico’s voor cliënten in het sociaal domein. Terwijl in andere gevallen een zwaardere of meer uitgebreide methode nodig is, zoals bij hogere risico’s voor patiënten in de medisch specialistische zorg.

Verschillende waardebepalingsmethoden

We gebruiken verschillende onderzoeksmethoden om de impact van digitale zorginnovaties te meten. Al deze methoden dienen hetzelfde doel, maar de geschiktheid ervan hangt af van de context van de onderzoeksvraag.

Onderstaand vind je een overzicht van enkele van deze methoden:

De WetenWatWerkt-methodiek wordt toegepast als een vroege waardebepalingsmethodiek. De methode is ontwikkeld door meerdere zorginstellingen in samenwerking met Saxion Hogeschool, TZA en Roessingh R&D. De methode evalueert de meerwaarde van een digitaal of hybride zorgproces voor de zorgaanbieder via drie instrumenten: prescan, review en meerwaardetoets.

De prescan bestaat uit een checklist om te beoordelen of een technologie geschikt is voor implementatie, inclusief juridische implicaties en productinformatie. In de reviewfase beoordelen zorgprofessionals en cliënten het verwachte gebruiksgemak en de verwachte effectiviteit van de technologie via een vragenlijst. De afsluitende meerwaardetoets brengt via ervaringen van medewerkers en cliënten de kosten en baten in kaart.

Relevante documentatie:

De Mini-HTA voor de gehandicaptenzorg is een Nederlandse variant van de Mini Health Technology Assessment. Deze methodiek wordt voornamelijk ingezet als waardepalingsmethodiek in de vroege- en midden-fasen van implementatie en opschaling. De methodiek is oorspronkelijk ontwikkeld door het Danish Centre for Evaluation and Health Technology Assessment en in Nederland aangepast door Academy Het Dorp en Vilans.

De Mini-HTA methodiek brengt systematisch de verwachte impact van technologische innovaties in kaart. Deze methode inventariseert gestructureerd zowel harde als zachte kosten en baten, met speciale aandacht voor cliëntsituaties, organisatorische implicaties en economische gevolgen.

De methode is vaak een onderdeel van uitgebreidere methoden zoals de Waardewaaier en de Digizo-methodiek.

Relevante documentatie:

De Waardewaaier-methodiek, ontwikkeld door Vilans, richt zich op de waardebepaling van (digitale) innovaties binnen de langdurige zorg. Deze methodiek wordt voornamelijk toegepast vanaf midden- tot latere fasen van waardebepaling en bestaat uit verschillende methodische stappen. De Waardewaaier heeft als uitgangspunt dat zowel harde als zachte kosten en baten evenveel aandacht moeten krijgen.

De aanpak start met een verkennende fase. Deze fase brengt de zorg- of hulpvraag in kaart en inventariseert de belangrijkste stakeholders. Vervolgens maakt een effectenkaart (verandertheorie) de verwachte effecten van de innovatie inzichtelijk. Deze kaart helpt om gericht hypothesen en een meetplan op te stellen om (nieuw) bewijs te verzamelen voor de toegevoegde waarde van de innovatie.

Op basis van de gewenste bewijsvoering en beschikbare middelen kiezen we daarna een passende onderzoeksopzet om de toegevoegde waarde van de (digitale) zorginnovatie te onderbouwen. Zo licht als het kan, zo zwaar al het moet.

Relevante documentatie:

Waardewaaier: waardebepaling voor digitale zorg

Digizo.nu is een programma vanuit het Integraal Zorgakkoord, met ondersteuning van het Ministerie van VWS. Dit programma richt zich op het opschalen van bewezen digitale en hybride zorgprocessen. Centraal staat het Zorgtransformatiemodel (ZTM), waarin waardebepaling van zorginnovaties een belangrijke positie inneemt.

De Digizo-methodiek heeft als doel te bepalen of het gewijzigde digitale of hybride zorgproces voldoende bewijsvoering heeft voor effectiviteit, zodat het aan de pastoe-lijst toegevoegd kan worden.

De Digizo-methodiek is een proces van waardebepaling dat start met het in kaart brengen van de verwachte veranderingen van zorgprocesinnovaties. Belangrijke stakeholders bepalen voor welk van deze verwachte veranderingen bewijs gewenst is. Vervolgens wordt gekeken welk bewijs al beschikbaar is, en of aanvullend onderzoek nodig is, voordat de innovatie opgeschaald kan worden.

Relevante documentatie:

Vragen? 

Heb je vragen over waardebepaling? Neem contact op door een mail te sturen naar consortiumwaardebepaling@vilans.nl.

Deel deze pagina via:

Stel je vraag aan