Naar hoofdinhoud Naar footer

Exoskelet in ontwikkeling voor de zorgmedewerker

Vilans test het exoskelet voor ‘Anders Werken in de Zorg', in West-Brabant. Dit programma is opgezet vanuit zorgorganisaties omdat zij binnen die regio meer samen willen werken en hiervoor ook technologie in die regio in willen zetten. Aan het woord namens Vilans is Xandra van Megen, ontwerper en onderzoeker digitale zorg.

‘Het huidige exoskelet wordt op dit moment voornamelijk in de industrie gebruikt, door bijvoorbeeld stukadoors, en de glastuinbouw. Daar heeft het zich zeker wel bewezen om de mensen in de bouw fysiek te ontlasten. De zorg is ook best fysiek werk: Als je al die mensen moet draaien in bed of veel moet bukken, dat soort dingen.’

Het exoskelet kan helpen bij zaken als tillen en voorover buigen

‘Toen is het idee vanuit de zorgorganisatie ontstaan of zo’n exoskelet de zorgmedewerker ook zou kunnen helpen om het werk te verlichten. We zien namelijk best veel rugklachten voorkomen in de zorg. Wellicht kunnen we hiermee de pijn verzachten, in de toekomst die klachten zelfs voorkomen en mensen laten re-integreren met een exoskelet. Tot nu toe lijkt het er op, dat het exoskelet je kan helpen bij zaken als tillen en voorover buigen. Het werkt met veren, die je extra ondersteunen bij het weer omhoog komen. Het vermindert de belasting op je rug en spieren.’

‘Op dit moment wordt binnen 3 van die zorgorganisaties het exoskelet getest en wij (Vilans) begeleiden dit proces. Tegelijkertijd doen wij onderzoek in welke fase deze technologie zit enzovoorts, volgens het door ons ontwikkelde Honingraatmodel. Als blijkt dat het goed werkt en op te schalen is, dan gaan we het ook testen binnen de andere organisaties.’

Het is nog niet vrouwvriendelijk

‘Maar er moet nog wel iets gebeuren voordat we het echt kunnen inzetten. Tot nu toe is het exoskelet veel in de bouw gebruikt en dat is toch vooral een mannenwereld. Dat merken we ook aan dit skelet: het is nog niet echt vrouwvriendelijk. We zullen met fysiotherapeuten en artsen nog goed moeten kijken naar aanpassingen, zodat het goed en grootschalig in de zorg kan worden ingezet. Maar tot nu toe zijn we tevreden over de uitkomst van ons onderzoek.’

Meer informatie

Deel deze pagina via:

Contactpersoon