Advies aan politiek over regeldruk: maak van regel weer kompas
Gepubliceerd op: 16-11-2025
Het advies dat we als Vilans willen meegeven aan de formerende partijen? ‘Regels in de zorg zijn hun doel te ver doorgeschoten. Maar pas op voor een allergische tegenreactie. Ontregelen kan je pas echt goed aanpakken vanuit een volledig beeld: begrijpen waarom een specifieke regel is bedacht, wie ermee werkt en welke betekenis die regel in de praktijk heeft.’
Onlangs reageerden we als Vilans op de verkiezingsprogramma’s met de stelling ‘Top-down afschaffen klinkt goed, maar werkt niet’. Nu we richting de formatiefase gaan, geven we een advies met meer inhoudelijke toelichting mee.
Stelling: top-down afschaffen werkt niet
Dit zeggen de formerende partijen
In de programma's van de partijen, die waarschijnlijk gaan formeren, zien we vooral veel aandacht voor regels schrappen. Termen als ‘fors schrappen in verantwoordingseisen’, ‘tijd aan administratie halveren’ of het simpelweg ‘aanpakken van administratieve lasten’.
3 dieperliggende oorzaken
Iedereen is het ermee eens: zorgprofessionals besteden nog altijd te veel tijd aan administratie en verantwoording. De oproep tot afschaffen klinkt logisch, de realiteit is weerbarstiger. Achter elke regel schuilen bedoelingen: kwaliteit borgen, veiligheid of samenwerking mogelijk maken. Wil je regeldruk aanpakken? Dan moet je oog houden voor deze bedoelingen en de dieperliggende oorzaken zien die te maken hebben met werkprocessen, cultuur en belangen. Onze ervaring in vele zorgorganisaties laat talloze voorbeelden zien hoe dat kan.
Werkprocessen
Om bij de eerste oorzaak te beginnen. Talloze werkprocessen zijn niet efficiënt. Zorgmedewerkers moeten vaak dubbel registreren. Bijvoorbeeld in het elektronisch cliëntendossier (ECD) én papieren dossier. Of systemen sluiten niet goed op elkaar aan. Het kan ook zijn dat processen in een zorgorganisatie zich juist wel helemaal vormen en buigen om maar aan de registratie-eisen te voldoen, zoals de 5-minutenregistratie regelmatig laat zien. Om iets aan deze impopulaire registratie te doen, is de ‘zorgplan-planning-realisatie-tenzij’ (Z=P=R, T) in de plaats gekomen. In de praktijk zien we echter dat de ‘tenzij’ veel te makkelijk wordt ingevuld uit gewoonte, waardoor er een verkapte 5-minutenregistratie ontstaat. De 5-minutenregistratie heeft tot allerlei werkprocessen geleid. En die werkprocessen leiden op hun beurt weer tot een hardnekkige registratiecultuur.
Ook regeldruk door zorgorganisaties zelf
Ook zorgorganisaties en zorgprofessionals zelf zijn oorzaak van regeldruk. In de praktijk worden regels onvoldoende ter discussie gesteld en jarenlang op dezelfde wijze uitgevoerd. Het belangrijkste is dat er een zinvol gesprek over verminderen van regeldruk op gang komt in alle lagen van de organisatie. Van zorgmedewerkers, ondersteunende diensten tot aan de raad van bestuur.
Resten van oude manieren van kijken
Dat zorgprofessionals ook zelf bijdragen aan regeldruk is goed te begrijpen. Momenteel maken we een transitie door in de zorg, waardoor kwaliteit van zorg steeds meer gezamenlijk besproken wordt. We praten minder over cliënten of patiënten, maar eerder over mensen. We zeggen niet meer: ’dit is kwaliteit’, maar onderzoeken: ‘wat is kwaliteit voor jou?’ Alleen, de oude manier van kijken in ‘kwaliteit voorschrijven’ werkt nog steeds door. Dat uit zich bijvoorbeeld bij de zorgprofessional in: ‘als je een protocol aanhoudt, heb je het goed gedaan!’
Het goede gesprek met de Paarse Kaart
Het is belangrijk dat zorgprofessionals ruimte hebben en voelen om het goede gesprek te voeren. Dat gaat namelijk niet vanzelf. Als Vilans zijn we daarom de campagne ‘De Paarse Kaart’ gestart voor aandacht voor het goede gesprek. Deze kaart helpt zorgprofessionals in de praktijk om hun hand te kunnen opsteken. Om het gesprek aan te gaan over registraties. Met vragen als: ‘helpt het, moet het, werkt het?’
Voor ontregelen zijn er meerdere partijen nodig
We zien verder dat nut en noodzaak van regels verschillend worden ervaren. Wat de één een nuttige registratie vindt, beschouwt de ander als onnodige handeling. Ook is er regelmatig een gebrek aan vertrouwen aan elkaar. Bijvoorbeeld tussen regelgevende partijen en zorgorganisaties, maar ook tussen zorgprofessionals onderling. Herkomst en verplichting (door wie en waarom) van regels zijn onduidelijk. Degene voor wie een zorgprofessional registreert is niet altijd zichtbaar. En dat is lastig.
Ministages bij belanghebbenden
Ontregelen kan dan ook alleen samen. Waarbij de behoefte van de zorgprofessional en het goede doen voor de cliënt leidend zijn. Door samen te luisteren naar een professional en te horen waar die last van heeft, horen partijen hoe hun regeldrang tot druk leidt in de praktijk. Zo is er een voorbeeld uit de praktijk waarbij het lopen van mini-stages bij de ‘ander’ – bij het zorgkantoor, de zorgverzekeraar en zorgpraktijk – voor een doorbraak zorgde om te ontregelen.
Meer smaken dan afschaffen
Daarnaast er is ook aandacht nodig voor de wereld tussen ‘afschaffen’ of ‘behouden’ in. Soms werkt het beter om van afschaffen, uitproberen te maken en dan tot innovatieve tussenoplossingen te komen. Een zorgorganisatie wilde bijvoorbeeld de dubbele medicijncontrole afschaffen voor risicovolle medicatie. Maar zij ontdekten dat het nodig was om medewerkers wel de ruimte te geven om een dubbele controle uit te voeren als zij dat wilden, bijvoorbeeld als zij nog niet heel ervaren met de medicatie waren. Andere succesvolle voorbeelden laten zien dat de oplossing ook regelmatig zit in het herinterpreteren of vereenvoudigen van een regel, in plaats van afschaffen.
Ontregelen heeft zin
Een ding weten we wel. Aandacht voor ontregelen heeft zin. Zo heeft de sector samen met ons, partners en de overheid, veel in beweging gezet qua ontregelen. Het Nivel hield in 2024 een regeldrukpeiling onder 645 verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten, begeleiders en praktijkondersteuners die werkzaam zijn in verschillende zorgsectoren. Hieruit blijkt dat het aantal zorgprofessionals dat aangeeft dat hun zorgorganisatie maatregelen heeft genomen om de regeldruk te verlagen van 23% in 2022 is gestegen naar 39% in 2024.
Behalve het aanpakken van bestaande regels is het ook belangrijk om op de hoede te zijn voor nieuwe regels en daarmee gepaarde bureaucratische processen. Aandacht voor ontregelen blijft dan ook nodig.
Van regelmoe naar regelwijs
Ons advies aan de politiek? Bedenk het niet voor de zorg, maar sluit aan bij het ontregelen in de zorgpraktijk zelf. Bouw voort op de goede aanpakken die er al zijn. Zorgmedewerkers moeten verder kunnen vertrouwen op hun eigen professionaliteit, zonder zich in te dekken uit angst voor de inspectie of wantrouwen van collega’s. Dit vraagt om andere, nieuwe vormen van toezicht en verantwoording. Door open dialoog en reflectie op bestaande en nieuwe regels te stimuleren, kweek je begrip tussen de verschillende partijen. Met regels die, waar het kan, voor de zorgprofessional eerder een kompas zijn dan een administratieve, hinderlijke last. Zo zorgen we er weer voor dat regels richting geven, en steunend zijn voor de zorgprofessional die aan zet is in goede zorg aan de cliënt.
Lees meer
Lees het artikel: Advies aan politiek: laat zorgprofessional niet met lege handen staan