Naar hoofdinhoud Naar footer

Deel deze pagina via:

Stel je vraag aan

Regionale samenwerking versterkt door leergang ProjectMatig Creëren

Gepubliceerd op: 17-10-2025

In Zuid-Limburg besloten 20 VVT-organisaties om een gezamenlijke leergang ProjectMatig Creëren (PMC) te introduceren. Doel van de projecten is toekomstbestendige ouderenzorg. De leergang draagt daar met succes aan bij, zo blijkt uit de tweeledige serie die we hier aan wijden. Vandaag deel 2.

In Zuid-Limburg hanteren 20 VVT-organisaties een uniforme werkwijze voor projectmatig werken. Dat versterkt de regionale samenwerking en draagt bij aan toekomstbestendige ouderenzorg. Bij Zorg Groep Beek is het ‘commitment heel groot’, vertelt bestuurder Michael Hamers. ‘Wij draaien mee in vier projecten.’

Zorg Groep Beek is een van de kleinere organisaties binnen ZorgConnect, het samenwerkingsverband van zes grote en veertien kleinere ouderenzorgorganisaties in Zuid-Limburg. Zorg Groep Beek levert thuiszorg, Wmo-zorg en heeft twee locaties in Zuid-Limburg voor langdurige zorg: kleinschalig wonen voor mensen met geheugenproblemen door alzheimer en andere vormen van dementie. ‘Vanuit die langdurige zorg, doen we mee aan ZorgConnect’, vertelt Michael Hamers. Hij is zelf penvoerder van een project en volgde een training van de leergang ProjectMatig Creëren van Phaos, die de zorgorganisaties samen introduceerden.

Inmiddels volgden 70 projectleiders, 30 projectmedewerkers en 10 opdrachtgevers (penaanvoerders van projecten) zo’n PMC-training. ‘Het zijn fijne trainingen, met een praktische aanpak en geschikte tools voor iedereen. Als we intern iets gaan doen, pakken we het nu ook op met de Phaos-methodiek’, vertelt Michael.

Ontwikkeling leergang ProjectMatig Creëren

In Zuid-Limburg werken 20 VVT-organisaties samen vanuit de transitiemiddelen. Om het proces van regionale samenwerking te vergemakkelijken, werd de leergang PMC ontwikkeld. Zo hanteert iedereen nu dezelfde werkwijze en taal en dit versterkt de samenwerking. De VVT-organisaties werken in ZorgConnect al langer samen aan toekomstbestendige ouderenzorg. In een Kompas formuleerden ze hun gezamenlijke doelen en hoe die te bereiken. Het introduceren van een gezamenlijke leergang PMC past hier in.

Mensen zoeken elkaar eerder op

De Zorg Groep Beek had al eerder een samenwerkingsverband met vijf kleinere zorgorganisaties van ZorgConnect. Michael nam zelf eerder het initiatief voor het project gericht op het delen van de specialist ouderengeneeskunde (SO) door meerdere organisaties. ‘Wij zijn te klein om een SO in dienst te nemen en er is sprake van een tekort aan SO. Dus willen we de SO efficiënter inzetten en samen delen. Wij proberen door samenwerking behandelaren in hun kracht te zetten. Daarbij profiteren we van de leergang, omdat we op dezelfde manier naar projecten kijken, op dezelfde manier denken en werken en dezelfde taal spreken. De leergang versterkt de samenwerking; mensen die elkaar niet kenden, zoeken elkaar nu eerder op. Die samenwerking past in deze tijd, gelet op alle uitdagingen. Ik denk dat we wel nog winst kunnen boeken. Los van ZorgConnect bestaan er nog afzonderlijke samenwerkingen, zoals die van ons, maar ook van de grote organisaties. Het zou goed zijn als we onderling nog meer tot elkaar zouden komen. Dat is noodzakelijk, want de ouderenzorgvraag groeit, het personeel krimpt en we hebben daar nog steeds geen gezamenlijk antwoord op.’

Evaluatie leergang

De leergang lijkt in ieder geval een stap in de goede richting. Elvira herkent het verhaal van Michae. Dat mensen elkaar leren kennen, van elkaar leren en elkaar na afloop van de training blijven opzoeken. Wat de effecten van de leergang precies zijn, was onderwerp van een nog te publiceren evaluatie. ‘Die hebben we uitgevoerd met de regionale werkgeversorganisatie Zorg aan Zet. We wilden ook een antwoord op de vraag hoe we de leergang kunnen borgen. En wellicht kunnen we in de toekomst nieuwe leergangen ontwikkelen, met andere thema’s.’

Elvira mag – vooruitlopend op de publicatie – wel al vertellen dat de leergang PMC wordt beoordeeld met het rapportcijfer 8,2. ‘En daar zijn we heel blij mee.’ Verder is duidelijk dat de leergang de professionaliteit van medewerkers vergroot. ‘Projecten gaan stukken sneller en soepeler en we zijn eerder bij het resultaat. We hebben bovendien een veel beter zicht op de projecten. En we zien dat organisaties zo enthousiast zijn, dat ze zelf al trainingen aanvragen; het is duidelijk dat de leergang in een behoefte voorziet. Voordeel is ook dat organisaties minder expertise hoeven in te huren.’

Projecten gaan stukken sneller en soepeler en we zijn eerder bij het resultaat. We hebben bovendien een veel beter zicht op de projecten.

Elvira van Bergen, programmamanager bij ZorgConnect

Zorgkantoor staat náást aanbieders

Het zorgkantoor, dat nauw betrokken was bij het introduceren van de leergang, is eveneens enthousiast. Belangrijk pluspunt is dat alle betrokken aanbieders akkoord gaan met een project, grote én kleine aanbieders, stellen Jos Schuurman en Mirjam van Bussel, beiden zorginkoper V&V van het zorgkantoor. ‘Het is niet de grootste partij die automatisch het voortouw neemt. De structuur bepaalt wie er aansluiten en wie in de lead gaat in een project en dat kunnen ook kleinere aanbieders zijn. En er is minder overlap in projecten, nu aanbieders meer samenwerken’, zegt Jos.  

Mirjam vult aan: ‘Er zijn veel meer aanbieders bij een project betrokken. En het zorgkantoor staat náást hen, al vanaf stap 1 of 2. Niet pas op het einde.’ Die rol van co-creator van het zorgkantoor geeft vertrouwen, is de ervaring. ‘Mensen zijn minder bang dat iets mislukt’, zegt Jos. Een ‘belangrijke bijvangst’ noemt hij dat medewerkers elkaar (beter) leren kennen in projecten. ‘Het belang van elkaar helpen en bevragen, moet je niet onderschatten. Het is geen individuele benadering meer.’ Mirjam benadrukt hoe belangrijk de rol van de programmamanagers in de samenwerking is.  ‘Zij hebben de behoeften in de regio goed aangevoeld en hebben hier goed op ingespeeld.’

Het belang van elkaar helpen en bevragen, moet je niet onderschatten. Het is geen individuele benadering meer.

Mirjam van Bussel, zorginkoper bij V&V

Voorbeeld voor andere regio’s

Of de gezamenlijke introductie van de leergang een voorbeeld vormt voor andere regio’s in het land? Elvira vindt het lastig om die vraag te beantwoorden. ‘Regiokracht is nauw betrokken bij wat we hier doen. We kunnen sparren over vraagstukken en horen wat er in het land speelt, daar kunnen wij van leren. Misschien dat andere regio’s van ons kunnen leren hoe je samen zo’n leergang introduceert.’

Lieuwe-Jan van Eck, adviseur bij RegioKracht: ‘Ik zie dat een dergelijke leergang enorm helpt bij de regionale samenwerking en het samen uitvoeren van projecten, omdat er een gemeenschappelijk taal en werkwijze wordt ontwikkeld en er veel onderlinge uitwisseling tot stand komt. Het is zeker een inspirerend voorbeeld voor andere regio’s.’ 

Ik zie dat een dergelijke leergang enorm helpt bij de regionale samenwerking en het samen uitvoeren van projecten, omdat er een gemeenschappelijk taal en werkwijze wordt ontwikkeld en er veel onderlinge uitwisseling tot stand komt.

Lieuwe-Jan van Eck, adviseur bij RegioKracht

Michael plaatst tot slot graag een kanttekening. ‘Als de transitiemiddelen wegvallen, is het onduidelijk wat dit voor de samenwerking in ZorgConnect betekent. Mijn ervaring is dat het faciliteren van de projecten heel belangrijk is en dit nu dankzij de programmaleiders op een onafhankelijke manier gebeurt. Dat kun je als individuele organisatie niet organiseren. Die regievoerders blijven nodig’, besluit hij.

Downloads