Auteur: Marc van Bijsterveldt
Het rapport van het onderzoeksteam is onlangs gepubliceerd. ‘Als je een open vraag stelt welke kennis iemand nodig heeft, krijg je al snel thema’s terug waar mensen op dat moment het meest mee zitten. In ons onderzoek hebben we een laag dieper gegraven, onder meer in focusgroepen. De vragen die het meest gesteld worden, zijn niet per se het belangrijkst. Daarom zijn we na onze eerste inventarisatie, die 1.222 vragen opleverde, prioriteiten gaan vaststellen met de mensen uit de praktijk. Dat heeft uiteindelijk geleid tot een top 10 per sector.'
Download het rapport
Wetenschap relevanter maken voor praktijk
Karlijn Kwint droeg als programmaleider Kennisinfrastructuur Langdurige Zorg bij aan het onderzoek. ‘Het onderzoek laat zien dat de kennisinfrastructuur werkt. Die weet de werelden van praktijk en onderzoek met elkaar te verbinden. Kennisvragen uit de praktijk ophalen bevordert de verdere professionalisering van het werk. En het biedt mogelijkheden om wetenschap relevanter te maken voor de praktijk. Zo komen we samen tot toepasbare kennis.’
Kennisvragen uit de praktijk ophalen bevordert de verdere professionalisering van het werk.
Volgens Herps gaat het daarbij niet alleen om nieuwe kennis. ‘Mensen stelden in ons onderzoek ook veel vragen over kennis die al beschikbaar is. We zullen dus ook bestaande kennis beter naar de praktijk moeten gaan brengen.’
Belangrijke rol voor onderwijs
De kennisvragen uit beide top 10’s worden uitgezet via programma’s van ZonMw, de organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. Vilans vertaalt – liefst in co-creatie met de onderzoekers – de antwoorden vervolgens in praktische kennis, bijvoorbeeld via filmpjes en instructies. Voor sommige vraagstukken zijn al (wetenschappelijke) antwoorden beschikbaar. Het delen van die kennis, ook onder professionals, is daarom een belangrijk middel naast onderzoek. Kwint: ‘Bij het meer onderzoeks-minded worden van de praktijk spelen bovendien de lectoraten in het hbo-onderwijs en de practoraten in het mbo een cruciale rol. Die werken in én met de praktijk en zoeken daar samen met de – toekomstige – professionals uit wat er beter kan. Zo nemen we in de kennisontwikkeling ook de zogeheten practice based evidence mee.’
Vragen van cliënten
Herps: ‘Toekomstige professionals zijn inderdaad superbelangrijk voor de kennisontwikkeling. In de opleiding krijgen ze veel kennis aangereikt, maar eenmaal aan het werk komen ze toch verrassingen tegen. Hun frisse ideeën zijn dan heel waardevol.’ Herps hoopt dat er nog een verdere differentiatie plaatsvindt in de kennisontwikkeling. Met de twee top 10’s is volgens haar een vrij algemene kennisagenda opgesteld. In beide sectoren leven nog veel meer vragen, die heel goed met nader (praktijk)onderzoek kunnen worden beantwoord, aldus Herps. Een andere wens is om vragen te gaan ophalen bij cliënten en naasten. Wat vinden zij belangrijke kennis die kan helpen hun leven beter te maken?
Fundamentele vragen tijdens coronacrisis
Volgens Kwint is dit laatste nog relevanter geworden in de coronacrisis. ‘Je ziet dat onderzoek en praktijk inmiddels soepel schakelen. De praktijk stelt scherpe en urgente vragen, onderzoek komt met snelle antwoorden over de toepassing van kennis. Neem het omgaan met langdurige stress. Het is heel relevant om bestaande kennis daarover te vertalen voor de medewerkers in de praktijk.‘ Corona stelt de zorg daarnaast voor fundamentele vragen over keuzes. Kwint: ‘Kunnen we voor een ander beslissen wat de beste zorg is? Is het niet relevant mensen te vragen hoe zij zelf de afweging willen maken tussen bijvoorbeeld nabijheid van anderen en het risico om ziek te worden? Dan heb je het over grote vraagstukken rond kwetsbaarheid en over onderliggende waarden over wat het goede leven is. Ook daaraan kan onderzoek bijdragen.’