Wat zijn de verschillen met de Wet Bopz?
In de nieuwe wet vindt een aantal wijzigingen plaats ten opzichte van de Wet Bopz. Een voorbeeld: als de zorgaanbieder en de cliënt geen overstemming bereiken over vrijwillige zorg, moet de zorgaanbieder een stappenplan doorlopen. Hierbij wordt steeds naar alternatieven gezocht in een multidisciplinair team. Een ander groot verschil met is dat de Wzd cliëntvolgend is. Dit betekent dat ook in de thuiszorg, kleinschalig wonen, school of dagbesteding de wet van kracht kan zijn.
Voorbereidingen van zorgorganisatie
Een eerste stap voor organisaties is het beschrijven van visie en beleid. Als een zorgaanbieder onvrijwillige zorg wil kunnen aanbieden, dan zullen ze dit in beleid en werkprocessen moeten opnemen. Daarnaast moeten zorgorganisaties een aantal zaken op orde hebben, zoals:
- Het regelen van de randvoorwaarden om het beleid goed uit te voeren.
- Het instellen van een klachtencommissie.
- Het regelen van toegang tot een cliëntvertrouwenspersoon.
- Het op een veilige manier vastleggen van cliëntgegevens en wie daar toegang tot heeft.
- Het registreren van onvrijwillige zorg.
Vragen voor zorgprofessionals
De veranderingen houden in dat zorgprofessionals, beroepsverenigingen en koepelorganisaties zich moeten buigen over verschillende vragen. Bijvoorbeeld de vraag wie de zorgverantwoordelijke is en wat dit inhoudt? In de Wet zorg en dwang wordt immers gesteld dat dit minimaal een professional van niveau drie moet zijn.
Ook over andere functies zullen betrokkenen zich moeten buigen. Bijvoorbeeld wie de Wzd-functionaris is. In de wet wordt gesteld dat dit een terzake kundige arts, orthopedagoog of gezondheidspycholoog kan zijn. Ook van de externe deskundige moet een helder beeld geschetst worden. De wet stelt dat de externe deskundige een (kundige) arts, gedragsdeskundige, psychiater of verpleegkundige kan zijn. Voorwaarde is dat deze persoon niet bij de zorg voor de cliënt betrokken is. In de Memorie van Toelichting wordt gesteld dat de externe deskundige pas moet worden ingeschakeld als het niet lukt de onvrijwillige zorg binnen de gestelde termijnen van de Wzd af te bouwen.
Informatiemateriaal van het ministerie
Het ministerie helpt u met een implementatieplan dat bestaat uit de volgende activiteiten:
- Op de website Dwang in de zorg is een soort helpdesk beschikbaar.
- Op de website Dwang in de zorg staat de wettekst met een juridisch toelichting.
- Er komt ook een overzicht van de veranderingen (van Bopz naar Wet zorg en dwang).
- Het ministerie gaat zorgorganisaties ondersteunen die ‘best practice’ willen zijn en deze goede voorbeelden in oktober gaan verspreiden.
- Het ministerie verkent hoe de nieuwe wet in opleidingen opgenomen moet worden.
- Er komt informatiemateriaal voor verschillende groepen beschikbaar (cliënten, medewerkers, behandelaren).
Lees het implementatieplan (pdf) en activiteitenplan (pdf) van het ministerie van VWS.
Evaluatie na invoering Wet zorg en dwang
Zodra de wet is ingevoerd, zal deze gemonitord worden. Via ‘praktijktafels’ kunnen organisaties casuïstiek en knelpunten van de Wet zorg en dwang naar voren brengen. Belangrijk aandachtspunt hierbij is of de nieuwe regelgeving niet leidt tot veel extra administratieve lasten.
Aanpassingswet
In het voorjaar 2019 wordt er nog een Aanpassingswet in de Eerste en Tweede Kamer behandeld met een verdere invulling van onvrijwillige zorg thuis, de zorgverantwoordelijke en externe deskundigheid. De functie van de Wzd-functionaris is uitgebreid zodat deze functie ook door een gezondheidszorgpsycholoog of orthopedagoog generalist vervuld mag worden.
Lees meer over Wet zorg en dwang