Nieuwe beweging: regiobrede medisch-generalistische zorg
Het wordt steeds lastiger om artsen in te zetten in de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg. De zorgvraag groeit en de aanwas van nieuwe artsen stagneert. De kwestie vraagt om een nieuwe benadering. Op verzoek van het ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ondersteunen Vilans en Erasmus Universiteit regio’s bij het ontwikkelen van nieuwe wegen voor de medisch-generalistische zorg (MGZ). Experimenten zijn al langer gaande. De nood is hoog. De beperkte beschikbaarheid van artsen binnen en tussen de regio’s is in toenemende mate ongelijk verdeeld. Daardoor heeft een groeiende groep kwetsbare oudere en gehandicapte cliënten nauwelijks toegang tot medisch-generalistische zorg. Het nieuwe ‘MGZ in de regio’-programma van Vilans kan regio’s helpen daar verandering in aan te brengen.
Regionale vraag is sturend
Het Vilans-programma MGZ in de regio (medisch-generalistische zorg) vloeit voort uit het DMZ-traject (duurzame medische zorg) van Waardigheid en trots in de regio. Beide programma’s gaan over duurzame oplossingen. Verschil is dat het MGZ-programma niet de individuele zorgorganisatie als uitgangspunt neemt, maar de zorgvraag in de regio. Die regionale vraag is sturend voor de inzet van behandelaren. Het MGZ-programma werkt samen met zorgkantoren, zorgbestuurders en beleidsmakers, specialisten ouderengeneeskunde (SO), Artsen verstandelijk gehandicapten (AVG’s), huisartsen en huisartsendiensten aan het beter laten aansluiten op de vraag in de regio. De ruggensteun is breed. De Nederlandse Zorg autoriteit (NZa) werkt aan aanpalende vraagstukken. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) werkt aan regionaal toezicht en het Zorginstituut Nederland (ZiN) werkt, samen met veldpartijen, aan het herzien van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg. Het gebeurt allemaal in lijn met het integraal zorgakkoord.
Uitdaging
De weg is hobbelig. Een van de opgaven is om praktische consensus te vinden bij de wettelijke omschrijving van medisch-generalistische zorg. Die is nu in de Wet langdurige zorg (Wlz) een andere dan in de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Cultuurverschillen en twee financieringssystemen (vanuit Wlz en Zvw) maken de samenwerking met huisartsen enerzijds en specialisten ouderengeneeskunde, AVG’s anderzijds tot een uitdaging. Alle reden dus om te zien of die bekostiging niet ook gestroomlijnd kan worden. Ook het kwaliteitskader verpleeghuiszorg zal aangepast moeten worden. Dat kwaliteitskader beperkt zich nu tot de kwaliteit binnen afzonderlijke organisaties. Maar wat goed is voor de organisatie, hoeft niet altijd ook goed te zijn voor het regionaal belang en voor andere organisaties in de regio. Los van financiën en kwaliteitskaders is de traditionele taakafbakening van medische behandelaren een uitdaging. Kunnen verpleegkundig specialisten meer worden ingezet, bijvoorbeeld als voorwacht? Kan de SO vaker een rol spelen in de huisartsenzorg? En omgekeerd. Kan de AVG-arts ook aan huis zorg leveren bij mensen met een beperking.
Het lijkt een zware opgave om een nieuwe beweging ingang te zetten waarmee in een regio 24 uurs medische zorg voor kwetsbare ouderen en voor mensen met een beperking kan worden geleverd. Toch kan het. Zelfs als alle hobbels nog niet zijn gladgestreken. Uiteenlopende pilots in meerdere regio's hebben dit de laatste maanden onderschreven. Verdere verfijning en uitwisseling van ervaringen zijn onderdeel van het programma.
Rol van Vilans, Erasmus Universiteit en VWS
Vilans heeft in het MGZ-programma de rol als strategisch adviseur en implementatiedeskundige voor de regio’s, en vormt hierbij de verbindende rol tussen zorgorganisaties, zorgkantoren, zorgverzekeraars, huisartsendiensten en VWS. Daarnaast is Vilans kennisverspreider en aanspreekpunt voor regionale initiatieven.
Vilans-programmaleider Joyce Theunissen: ‘De urgentie is hoog. We zien dat regio’s aan de slag zijn met een toekomstvisie op medische zorg en behandeling. Bij het zoeken naar nieuwe wegen staat goed beschouwd niet de schaarste centraal. Het gaat over anders kijken naar samenwerken rond medische zorg. Het anders benutten en organiseren van kennis en expertise van de verschillende behandelaren rondom een cliënt.’
Erasmus Universiteit Rotterdam voert een formatieve evaluatie uit in een aantal regio’s, in bestuurlijke netwerken en bij beleidsmakers om zo geleerde lessen uit de regio’s én de consequenties voor beleid duidelijk te krijgen. VWS is de verbinder met landelijk beleid, wet- en regelgeving en relevante systeempartijen.
Kennisdosier Medisch-generalistische zorg
Een overzicht van praktijkvoorbeelden en publicaties over de ontwikkelingen op het gebied van MGZ in de regio binnen de ouderenzorg is gebundeld in het kennisdossier Medisch-generalistische zorg op de website van Waardigheid en trots. Hier staan de projecten beschreven rondom het anders organiseren van bijvoorbeeld triage, ANW-diensten, taakherschikking en domeinoverstijgend samenwerken.
Zo kunnen zorgorganisaties meedoen
- Het programma loopt tot en met eind 2025.
- De regio is bij de MGZ-benadering altijd in the lead: op geleide van de regio wordt bepaald wat nodig is om MGZ in de regio toekomstbestendig te ontwikkelen.
- Bestuurders, beleidsmakers en zorginkopers die MGZ in hun regio willen helpen ontwikkelen, kunnen aanschuiven bij de regiotafel in hun regio. Vilans kan u ook in contact brengen met de MGZ-adviseur in uw regio. Deze kan u informeren over hoe u uw innovatieve MGZ-plannen kunt agenderen, voorbereiden en met ondersteuning kunt uitvoeren. Mail naar: MGZinderegio@vilans.nl