Naar hoofdinhoud Naar footer

Acht voorbeelden van triage is opbrengst van regionale samenwerking

Acht regio’s presenteerden tijdens de landelijke netwerkdag Duurzame Medische Zorg (DMZ) hoe zij de triage organiseren om de langdurige ouderenzorg te verduurzamen. We laten deze initiatieven zien in een serie van acht artikelen. Lees hoe triage instellingsoverschrijdend vorm krijgt.

Triage in de ouderenzorg in acht delen

Regio’s ontwikkelen allemaal hun eigen hulpmiddelen of functies voor de triage. In een serie belichten wij in de komende weken de initiatieven in acht regio’s.

De opbrengst van de regionale samenwerking is ‘indrukwekkend’, vonden de deelnemers aan de reflectiediscussie aan het slot van de bijeenkomst op 22 april 2021. ‘Schaarste maakt creatief’, vatte beleidsmedewerker Jacco van Nieuwkoop van het ministerie van VWS het oordeel samen. Ruim twee uur eerder had Jan Verschuren, coördinator van Waardigheid en trots in de regio, de online bijeenkomst geopend. Triage, vliegwiel van samenwerking in de regio, luidde de titel van de netwerkdag DMZ.

Triageplein

Het anders organiseren van de triage bevordert de regionale samenwerking en ontlast specialisten ouderengeneeskunde (SO) van ouderenzorgorganisaties. Vooral in regio’s buiten de Randstad is hier vanwege het groeiende tekort aan SO’s behoefte aan, vertelde Jan Verschuren. Hij nodigde alle deelnemers uit om in break-out sessies van twintig minuten vier van de acht marktkramen aan het digitale Triageplein te bezoeken. Om meer te horen over de triageaanpak in de betreffende regio en van elkaar te leren.

Eenheid in taal en aanpak triage

Onder de deelnemers bevonden zich onder andere specialisten ouderengeneeskunde, verpleegkundig specialisten en andere zorgprofessionals, bestuurders, zorgmanagers, beleidsmedewerkers en medewerkers van zorgkantoren. In anderhalf uur tijd maakten zij kennis met uiteenlopende initiatieven voor triage. Dat varieerde van een triage-app, website en boekje tot de functie van regio-verpleegkundige, de empowerment en opleiding van verzorgenden, een centraal meldpunt en de organisatie van crisisopvang. Allemaal manieren om eenheid te krijgen in taal en aanpak van de triage in een breed netwerk van zorgverleners en regionale zorgorganisaties.

Instellingoverschrijdend

‘Ik heb veel mooie verhalen gehoord’, vertelde Iris Wallenburg, onderzoeker aan de ESHPM, die aan het slot van de bijeenkomst de reflectiediscussie leidde. ‘Ik ben benieuwd hoe VWS en zorgkantoren naar de triageaanpak in de regio’s kijken.’ Jacco van Nieuwkoop antwoordde daar graag op: ‘Prachtig om te zien hoe die triageaanpak instellingoverschrijdend vorm krijgt. En dat er mensen zijn die niet stoppen totdat er een landelijke triage standaard is.’

Werkplezier

Bert Bokma, zorginkoper bij Zilveren Kruis Friesland, was eveneens onder de indruk. ‘Alle puzzelstukjes om het anders te organiseren, zijn er. Wat ik ook heel mooi vond, is dat een andere aanpak leidt tot veel meer werkplezier en een betere kwaliteit van zorg.’ Wel is het volgens hem nodig om op basis van de initiatieven te komen tot een soort blauwdruk.

Toekomstbestendige ouderenzorg

Onder de noemer DMZ gingen drie jaar geleden in diverse regio’s pilots van start om de ouderenzorg toekomstbestendig te maken. De regio’s werken hierin samen met en worden ondersteund door Waardigheid en trots in de regio, de zorgkantoren en de Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM). De ESHPM doet actie-onderzoek naar de effectiviteit van de experimenten in de regio.

Regionale invulling

Hij kreeg bijval van Anne Margriet Pot, strategisch adviseur bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en hoogleraar aan de ESHPM. Dat de initiatieven bijdragen aan meer werkplezier, is volgens haar cruciaal, omdat dit de uitstroom van personeel kan tegengaan. ‘Ik ben zwaar onder de indruk van de initiatieven, ik zie duizend bloemen bloeien.’ Ze gaf aan dat deze creativiteit helpt om verder te komen, maar dat het ook belangrijk is om tot nationale kaders te komen. Iris Wallenburg beaamde dit, maar wees op het belang hier regionaal invulling aan te kunnen geven. ‘Want regio’s zijn verschillend.’

Meedenken met de regio

Jacqueline Poortvliet, zorginkoper bij het zorgkantoor ENO, was eveneens enthousiast. ‘Want het is en, en, en. De cliënt moet goede zorg krijgen, het werk moet leuk zijn en medewerkers moeten mensen met expertise kunnen raadplegen. Het is onze rol om met de regio mee te denken over de inhoud en niet alleen de middelen verdelen. We zijn sparringpartner geworden.’

Zorgkantoren

Dat het landelijk beleid in de regio regelmatig als een barrière wordt ervaren, kon Jacco van Nieuwkoop goed begrijpen. ‘Het is onze rol om die barrières weg te halen’, zei hij. Bert Bokma constateerde dat het ook mogelijk moet zijn om zorg eenvoudiger over de regio’s van de zorgkantoren heen te organiseren. ‘Dat begint met het commitment van bestuurders. Want als je bijvoorbeeld samen avond-, nacht- en weekenddiensten gaat regelen, moet je ook over verantwoordelijkheid discussiëren.’

Iris Wallenburg sloot de discussie af met de constatering dat de nadruk tot nu toe op triage in de verpleeghuiszorg heeft gelegen. ‘Nu mensen langer thuis blijven wonen, wordt de thuiszorg steeds belangrijker. Een thema waar we het ook snel een keer over moeten hebben.’

Door Karin Burhenne

Meer weten

Lees meer over het programma Regiokracht

Deel deze pagina via: