Naar hoofdinhoud Naar footer

Ga in gesprek met familie en naasten

Laatst bijgewerkt op: 22-05-2025

Een goede samenwerking met familie en naasten begint bij open en eerlijk contact. Op deze pagina lees je hoe je relaties opbouwt vanaf de start van het verblijf, welke gesprekstechnieken je kunt gebruiken (zoals het COUP- en SOFA-model), hoe je samen tot een plan komt over open deuren en hoe je omgaat met weerstand of spanningen.

Je trekt samen met familie en naasten op en bekijkt wat een open deur oplevert voor zowel de bewoner of cliënt als de familie en naasten. Bouw daarom aan de relaties met familie vanaf de start van het wonen in de zorginstelling. Leer wie belangrijk zijn voor de cliënt, wie komt op bezoek, wie is de mantelzorger en wie heeft zorgen. 

Leg niet alleen contact bij incidenten, maar doe dit ook spontaan. Je wilt veel van en over de familie weten. Zij kennen de cliënt immers het beste. Nodig hen uit voor een één op één gesprek of voor kleine huiskamerbijeenkomsten met andere familieleden. Zo kunnen hun zorgen en wensen besproken worden. Gebruik daarnaast je eigen observatie en ervaringen en bespreek deze met de familie. Neem hun eventuele bezorgdheid over veiligheid, dwaalgedrag van de client en overbelasting van personeel serieus.

Bespreek het perspectief van de familie op cliëntniveau en maak een plan

Praat met familie en naasten over wat zij zien als risico’s en kansen van een opendeurenbeleid zien. Communiceer helder, warm en op de familie afgestemd. Betrek hen bij het maken van het zorgplan. Laat hen meedenken in oplossingen bij risico’s. Hoe voer je deze gesprekken? Hiervoor bestaan verschillende methodes, zoals het COUP-model en het SOFA-model. Bekijk het COUP-model en het SOFA-model.

De verandering naar het veilig openen van deuren gaat niet vanzelf. Je zet soms twee stappen vooruit en dan weer één stap terug. Je komt hoogte- en dieptepunten tegen. Wees je hiervan bewust en laat je niet uit het veld slaan. Echte verandering heeft tijd nodig.

Goed in gesprek

Je ziet in onderstaande video twee versies van hetzelfde gesprek tussen een zorgprofessional en een familielid. In de eerste versie verloopt het gesprek moeizaam, in de tweede versie verloopt het gesprek soepel. Hoe komt dat?

Maak gezamenlijk een plan

Luister naar familie en naasten (of vervangend netwerk) en maak gezamenlijk een plan voor het komende halfjaar. Neem daarin in ieder geval de volgende zaken op:

  • Wat vindt de familie van vrijheid en veiligheid en de open deuren?
  • Welk verantwoord risico durft de familie te nemen?
  • Was thuis de deur open? Wat werkte daar?
  • Welke emoties spelen een rol bij open deuren? Denk aan schaamte voor hun familielid (bijv. onverzorgd/gedrag/incontinentie), levend verlies en rouw, angst voor dwalen of ongeluk.
  • Zijn er in het verleden dingen gebeurd die belangrijk zijn om te weten in het kader van open deuren?
  • Hoe ziet de samenwerking tussen de familie en het team eruit als er hulp nodig is bij het veilig naar buiten gaan. Hoe vaak informerende familie en de zorgverantwoordelijke elkaar over hoe het gaat? 
  • Wat heeft de familie nodig zodat zij vertrouwen heeft in het naar buiten gaan van de cliënt?
  • Hoe schat de familie en de wensen, behoeften, risico’s, kansen en mogelijkheden van de cliënt in?
  • Zijn er hulpmiddelen nodig? Denk aan een GPS. Hoe wil de familie betrokken zijn bij het ‘uitproberen’ van deze mogelijkheid? 
  • Hoe wil de familie betrokken zijn bij de evaluatie van de zorg?


Weerstand of twijfel bij familie

Neem de tijd om te reflecteren op tegenslagen, zodat je hiervan kunt leren en het proces zo nodig kunt bijsturen. Probeer te achterhalen wat er achter de onrust of de feedback van familie en naasten zit. Hiervan kun je leren. Besef dat er bij familie oude pijn kan zijn richting een zorgorganisatie, bijvoorbeeld omdat zij in het verleden niet betrokken werden bij de zorg voor hun dierbare.

Meningsverschillen kun je verminderen door het proces van het openen van de deuren samen te doorlopen. Ga met elkaar in gesprek hierover en blijf gedurende het proces in gesprek. Vraag aan familie hoe zij tegen het openen van de deuren aankijken. Vraag hen ook of er in het verleden belangrijke dingen gebeurd zijn die van invloed zijn op hoe zij aankijken tegen het openen van de deuren. Zo is er ruimte om twijfels te uiten en vragen te stellen. Je voorkomt lastige situaties.

Ook kunnen er moeilijkheden zijn in de relatie tussen de zorgmedewerker en familie. Misschien is er sprake van onderlinge spanningen, botst het tussen jullie of zijn jullie het met elkaar oneens. Dit kan ook voorkomen in het voeren van het gesprek over het openen van de deuren. Probeer het gesprek aan te gaan. Hierin is het belangrijk om het gevoel en de gedachten van de ander te erkennen, goed te luisteren en hierop te anticiperen.

Toch is niet alles te plannen en te voorkomen. Ervaring en oefening leren je erop te vertrouwen dat je lastige situaties beter aankan door wederzijdse verwachtingen te onderzoeken.

Lees de handreiking 'Wensen, verwachtingen en grenzen in de driehoek'

Rechten van wettelijk vertegenwoordigers

Je streeft altijd naar een fijne samenwerking met familie en naasten. Maar als je er samen niet uitkomt, wat heb je dan te doen? Hoe moet je je dan verhouden tot de wettelijk vertegenwoordiger? Uiteindelijk is de zorgorganisatie verantwoordelijk voor het geven van goede (en veilige) zorg aan haar cliënten. Zorg en behandelaren bepalen het beleid van de zorgaanbieder, niet de cliënt of familie. Als zorgaanbieder mag en moet je soms grenzen aangeven en stelling nemen. Doorloop zo nodig het stappenplan, betrek hierin ook de cliënt en familie/vertegenwoordiger, maak een zorgvuldige afweging en neem dit op in het zorgplan.

Ook als de cliënt wilsonbekwaam ter zake is, heeft de zorgorganisatie de eindverantwoordelijkheid over de zorg en behandeling die zij geeft. Tegelijkertijd heb je als cliënt en als familie rechten. Wil je hierover meer weten, lees dan deze handreiking over goede cliëntvertegenwoordiging.