Leefomgeving en wonen met dementie

Inrichting gebouw en buitenruimte

Een woonvorm met open deuren, geen camera’s en eigen regie? Dat kan zeker. Je moet dan wel goed nadenken over de inrichting van het gebouw, de omgeving en looproutes van cliënten. Richt de buitenruimte herkenbaar in. Dat doe je bijvoorbeeld door de volgende zaken:

• Voldoende ruimte maken voor de rollators en rolstoelen, inclusief een drempelvrije toegang.
• Ter herkenning een kunstwerk bij de hoofdingang plaatsen.
• Zintuigen van cliënten stimuleren met natuurlijke, rustgevende elementen passend bij het jaargetij.
• Zorgen voor goede verlichting.
• Voldoende (overkapte) zitgelegenheden creëren rondom de hoofdingang.

Binnentuin

Een goed toegankelijke binnentuin is een meerwaarde voor bewoners. Ze hebben de mogelijkheid zelf naar buiten te gaan, mee te doen en veilig te genieten van het weer.

Waar moet je aan denken bij het ontwikkelen van een binnentuin?

• Creëer extra toegangen naar de binnentuin.
• Verwijder of verlaag de drempels (letterlijk).
• Zorg voor logische looproutes die leiden naar de binnentuin. Zorg voor een duidelijk beginpunt, overzichtelijke bewegwijzering én een eindpunt.
• Richt de binnentuin zo in dat zelf ontdekken, beleven en meedoen centraal staan. Schakel bijvoorbeeld de hulp in van een tuinarchitect.
• Laat veiligheid voorop staan. Zorg voor zichtbare, duidelijk te volgen paden, een terras, rustige zitplekken en mooie hekwerken.
• Gebruik planten die zijn gekoppeld aan het seizoen. Zo vergroot je de herkenbaarheid van de tuin en prikkel je de zintuigen van bewoners.