Naar hoofdinhoud Naar footer

Investeerders

Het vormgeven van een HIB is een vak apart, het is goed om je dat te realiseren, vertelt Ruben Koekoek van Social Finance. Zo kost het opzetten van een HIB voorafgaand aan de daadwerkelijke uitvoering van de preventie-interventie tijd. Dit heeft verschillende oorzaken die zich afhankelijk van de specifieke omstandigheden waarin de HIB wordt opgezet van toepassing zijn. Een voorbeeld is de schaalgrootte van deelnemers aan valpreventie die nodig is om de HIB financieel rendabel te maken voor de investeerders.

Verder hebben we voor Stevig Staan opgelet dat het aantal samenwerkingspartners niet té groot is. Zo zijn voor Stevig Staan vier investeerders aangetrokken. Als kerngroep Stevig Staan leerden we dat hoe meer investeerders hoe minder overzichtelijk het is en dat processen trager verliepen. Een tip is om te kiezen voor een relatief klein aantal Nederlandse investeerders, die zelf ook geïnteresseerd zijn in het onderwerp. Op die manier weten de investeerders ook beter wat risico's en kansen zijn van de interventie. 

Opzetten HIB vraagt om specifieke competenties

Voor het opzetten van een HIB is kennis van het Nederlandse zorgsysteem en de wereld van de investeerders van belang. Er is een intermediair nodig die goede banden heeft met investeerders, en ze kan overtuigen om mee te doen. Deze partij maakt de nodige documenten voor de investeerders en uitbetalers (in ons geval de betrokken gemeenten, het zorgkantoor en de zorgverzekeraars), zoals een investeringsplan. De intermediair is de vertaler tussen de investeerders, de uitvoerders van de interventie en de uitbetalers. Daarnaast is ervaring met het construct van een HIB een vereiste. In Noord-Limburg is Social Finance NL als ervaren externe partij betrokken.

Ideale investeerder: een organisatie die een impact bond kent en snapt hoe de Nederlandse gezondheidszorg werkt

Houd de vaart erin

Bij het opzetten van een HIB kan men snel verdwalen in trage besluitvormingsprocessen door de hoeveelheid deelnemende partijen. Hierdoor kunnen partijen hun focus verliezen. Het is erg waardevol om de vaart erin te houden. Bij de HIB in Noord-Limburg was de intentieverklaring een belangrijk hulpmiddel om de deelnemende partijen dezelfde kant op te bewegen. De intentieverklaring werd aan het begin van het proces opgesteld en hiermee gaven de investeerders en uitbetalers commitment op de financiering via een HIB. 

Daarnaast is het formeel/informeel bijpraten van de betrokkenen een manier om te zorgen dat partijen hun aandacht erbij houden. Hiervoor moet wel gezocht worden naar de juiste frequentie van terugkoppeling, zodat het waarde heeft en het haalbaar blijft. Dit verschilt per partij, zo is zeer regelmatige afstemming met uitvoerders tegen het begin van de uitvoeringsfase van belang. Bepaal met de verschillende partijen hoe en hoe vaak zij op de hoogte gehouden willen worden. 

Een samenwerkingsconstruct is er ook bij gebaat dat men elkaar buiten de formele paden weet te vinden. De juiste aanpak hiervoor staat niet in de sterren geschreven en is vaak afhankelijk van de al bestaande onderlinge relaties. En aandacht hebben voor het informele aspect van de samenwerking helpt hierbij. Uiteindelijk draait het om het doel, namelijk (val)preventie aanbieden aan burgers, en wil de kerngroep Stevig Staan de vaart erin houden. Hoe hoger de vaart, hoe sneller de interventie beschikbaar is voor burgers.

Monitoring 

Het inrichten van een systeem om inzicht te krijgen in de inspanningen en de resultaten is noodzakelijk voor een HIB, vertelt Ruben Koekoek. Aan de hand van deze informatie worden de investeerders uitbetaald en houd je tussentijds vinger aan de pols of de resultaten gehaald worden. Hiervoor moet een goed monitoringsinstrument opgezet worden. Het helpt als een ervaren onafhankelijke partij de monitoring uitvoert. De deelnemende partijen bepalen samen wie de partij is die de monitoring uitvoert en wat er in de monitoring opgenomen wordt. Als kerngroep van Stevig Staan hebben we de neiging om steeds meer te willen monitoren. Zorg dat je monitort wat nodig is, zodat het voor de deelnemers aan de valpreventietraining ook een zo kort mogelijke vragenlijst is en een kleine tijdsinvestering blijft.